FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141  
142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   >>   >|  
n wrevel, bij mij ontstaan, in tegenstelling met de diepe smart, die haar gemoed vervulde! Hoezeer beklaagde ik haar, en welk een eerbied gevoelde ik niet voor de maagdelijke kieschheid, welke haar zulk een gewicht deed hechten aan een omstandigheid, die in het oog van anderen misschien onopgemerkt ware gebleven of althans slechts als een beuzeling beschouwd geworden. Er ging een geruim tijdsverloop voorbij, eer ik den moed tot spreken wedervond; Amelia was intusschen weder bedaard geworden en zat aandachtig de toppen van hare (zeker buitengemeen fraaie) vingeren te bekijken: iets dat, gelijk ik den vorigen avond reeds had opgemerkt, meer haar gewoonte was, wanneer zij niet bezig was of sprak, en waaruit ik reeds had opgemerkt dat zij geen Hollandsche opvoeding had genoten en zich op het breien of kousenstoppen niet verstond. "Ik beken u," zeide ik, "dat ik min of meer onthutst was, toen ons die koets voorbijreed en ik Mejuffrouw Blaek daarin herkende." "Mejuffrouw Blaek!" herhaalde Amelia, een doordringenden blik op mij vestigende: "ik dacht zoo;--maar, ik ben u in de rede gevallen: verschoon mij: ga voort, bid ik u." "Ik was dit te meer," vervolgde ik, eenigszins bedremmeld, omdat ik haar gisteren, gelijk ik de eer had u te zeggen, heb gesproken, omdat zij een groot vriendin mijner zuster is, en dat het voor ons beiden licht onaangename gevolgen kan hebben, indien het ruchtbaar wordt dat...." Hier bleef ik steken. "Dat gij dit alles overdacht hebt, betwijfel ik niet," zeide Amelia: "maar vergun mij op te merken, dat uw denkbeelden al zeer vlug op elkander volgen, indien zij bij u een zoo onmiddellijke ontsteltenis konden veroorzaken op het oogenblik dat de oogen dier Juffer u ontmoetten." De juistheid dezer opmerking leverde mij een nieuw bewijs, dat het mij gemakkelijker zou vallen, mijzelven dan Amelia te misleiden. "Mejuffrouw!" zeide ik, een meer vroolijke wending aan ons gesprek willende geven: "gij verstaat u bij uitnemendheid in het ontleden der menschelijke gedachten: en ik betuig: dat ikzelf misschien niet zoo goed in staat zou zijn te beslissen, wat er straks in mijn hart is omgegaan. Dit is zeker, dat mijn beweging onwillekeurig was, en als zoodanig ben ik daarvoor niet verantwoordelijk. Misschien heb ik eene onvoorzichtigheid gedaan, door aan het verlangen van uw Heer vader te voldoen, want ik had moeten berekenen, dat men niet straffeloos de taak op zich neemt, van aan een schoone Jonkvrouw
PREV.   NEXT  
|<   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141  
142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   >>   >|  



Top keywords:

Amelia

 
Mejuffrouw
 

indien

 

gelijk

 

geworden

 

opgemerkt

 
misschien
 

denkbeelden

 

vergun

 

merken


voldoen
 
verlangen
 

gedaan

 

veroorzaken

 

oogenblik

 

konden

 

betwijfel

 
volgen
 
onmiddellijke
 

ontsteltenis


elkander
 
moeten
 

schoone

 

ruchtbaar

 

hebben

 

Jonkvrouw

 
onaangename
 
gevolgen
 

overdacht

 

berekenen


onvoorzichtigheid

 

straffeloos

 
steken
 

verstaat

 

uitnemendheid

 

ontleden

 

willende

 
beiden
 

vroolijke

 

wending


gesprek
 
menschelijke
 

beslissen

 
ikzelf
 
betuig
 

gedachten

 

straks

 
misleiden
 

opmerking

 
Misschien