FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131  
132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   >>   >|  
wakker is, zijn wij ver van hier. Ik heb bovendien zijn moeder gewaarschuwd, dat de justitie hem opspoorde; en een kleine wenk van dien aard zal, vlei ik mij, genoegzaam zijn, om hem verre van hier te zenden.--Niets verhindert ons dus langer, de reis aan te vangen." "Ik weet niet," zeide Amelia, zich met minzaamheid tot mij wendende, "of Mijnheer ook nog vooraf iets verlangt te gebruiken." "Het is mij nog vroeg genoeg," zeide ik: "en daar ik toch genoodzaakt ben, mij te Naarden een oogenblik op te houden, zullen wij evengoed daar eenig ontbijt kunnen nuttigen." "Welaan dan!" zeide de Heer Bos, en trad meteen, door ons gevolgd, de kamer uit. In het voorhuis stond de oude Martha, die, nijgende, en de handen drukkende van den Heer Bos en van Amelia, afscheid van ons nam. "Wij danken u voor uw herbergzaamheid," zeide de Heer Bos: "vergeet niet, hetgeen ik u omtrent uw zoon gezegd heb, en neem dit aan, voor den omslag, dien wij u veroorzaakt hebben. Mijn goed zal ik nader laten halen. Bedenk, dat alles van uw stilzwijgendheid afhangt." "Ach!" zeide zij: "met wie spreekt de oude Martha ooit? Geen haan zal er na kraaien, dat UEd. hier 'eweest is: en in een kwartier tijds zijn al de kamers weer dicht 'esloten en het beddegoed uit de bedsteden 'enomen, en kan niemand merken, dat ik hier volk heb 'ehad." Ik kon mij niet weerhouden van te glimlachen: "zoo al de slaapplaatsen zoogoed gestoffeerd zijn als de mijne," dacht ik, "zal zeker het opredderen niet veel tijd kosten." Intusschen naderde ik ook op mijne beurt de oude vrouw en stelde haar onder dankbetuiging voor het nachtverblijf eene kleine fooi ter hand. Toen ik mij omwendde, zag ik dat de Heer Bos een koffer had opgenomen, die waarschijnlijk het goed van zijn dochter bevatte. "Mag ik u niet van die moeite ontslaan?" vroeg ik hem; "daar toch Mejuffrouw nu onder mijn geleide komt, is het niet meer dan billijk, dat ik haar goed drage." "Wij zullen het ieder een gedeelte van den weg dragen," zeide de Heer Bos: "ik ga niet met u tot Naarden." De toon, waarop hij deze woorden uitsprak, was zoo beslissend, dat ik het ongeraden vond, verder aan te dringen. Wij begaven ons dan op reis, de Heer Bos den tocht geleidende, en even wakker doorstappende, alsof hij, in stede van een koffer, een pak veeren onder den arm had. Ik heb nog verzuimd te zeggen, dat hij thans zijn rooden mantel niet omhad, en zijn Spaanschen hoed tegen een meer gewonen verwisseld had. A
PREV.   NEXT  
|<   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131  
132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   >>   >|  



Top keywords:

zullen

 

koffer

 

Martha

 

wakker

 

kleine

 

Naarden

 

Amelia

 
opgenomen
 

gestoffeerd

 

opredderen


merken
 

dochter

 

bevatte

 

waarschijnlijk

 
zoogoed
 
niemand
 

omwendde

 

glimlachen

 

kosten

 

dankbetuiging


Intusschen

 

naderde

 

stelde

 

slaapplaatsen

 
weerhouden
 

nachtverblijf

 

veeren

 
doorstappende
 

dringen

 

begaven


geleidende

 

verzuimd

 

zeggen

 

gewonen

 

verwisseld

 

Spaanschen

 

rooden

 

mantel

 
verder
 

billijk


gedeelte

 

geleide

 

moeite

 

ontslaan

 

Mejuffrouw

 

dragen

 

uitsprak

 

beslissend

 
ongeraden
 

woorden