FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143  
144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   >>   >|  
end zoude zijn als indien ik hen dwong de reis in de trekschuit zelve te maken, zal ik slechts datgene vermelden, hetwelk Amelia mij toevoegde, toen wij Amsterdam bijna bereikt hadden. "Hier," zeide zij op een plechtigen toon, "moet onze korte kennis eindigen.--Zoodra wij uit het oog des schippers zijn, verlaten wij elkander, waarschijnlijk voor altijd. God doe u de betrekkingen, die u dierbaar zijn, in welstand en vreugde ontmoeten!--Hij loone u met zijn rijksten zegen, voor hetgeen gij zoo grootmoedig ten gevalle mijns vaders hebt verricht,--en waarvan de herinnering, hoop ik, weldra geheel bij u uitgewischt moge worden." "Uitgewischt!" herhaalde ik: "en waarom dat? Zoo ik in den beginne al eenigen weerzin tegen den mij opgedragen last gevoelde, ik ondervind thans slechts een innig leedwezen, namelijk van te denken dat ik u wellicht nooit wederzie." "Dit leedwezen zal u niet lang bijblijven," hernam zij, met droefgeestigheid het hoofd schuddende: "en het is ook beter, dat gij onze korte ontmoeting vergeet. Gij bevindt u, door geboorte en stand, in betrekkingen, welke u niet veroorloven, u verder in te laten met ongelukkigen, zooals wij, die door het lot genoodzaakt zijn het daglicht te schuwen en sluipwegen te bewandelen. Op ieder van ons beiden rust een verschillende plicht, dien wij naar onze beste pogingen zullen trachten te vervullen: de zoon van den Hoofdschout heeft reeds genoeg voor mij gedaan: meer te doen zou ons niet baten en hem misschien strafbaar maken. Ik geloof, dat gij mij verstaat, zonder dat ik een verdere verklaring aan mijn woorden behoef te geven." "Ik weet niet," zeide ik, "wat de zoon van den Hoofdschout aan uw vader of u mag zeggen, en in hoeverre ik altemet, door u een goeden uitslag met zijn bedoelingen toe te wenschen mijn plicht als burger zou te kort doen; maar niets verbiedt mij toch, de hoop te uiten, dat het u steeds welga, en dat, na de rampen en wederwaardigheden, die u getroffen hebben, ik u eenmaal moge terugvinden, in dien maatschappelijken toestand geplaatst, waar uw geboorte, opvoeding en begaafdheden u ongetwijfeld toe bestemd hebben." Amelia dankte mij met een handdruk voor dezen wensch, en wij spraken geen woord verder, totdat de schipper, zijn hoofd naar binnen stekende, ons "welkom te Amsterdam!" deed hooren. "Hoe zullen wij het nu aanleggen met ons goed?" vroeg Amelia. "Laat dat aan mij over," antwoordde ik, die reeds mijn plan gemaakt had: "en blijf stil in
PREV.   NEXT  
|<   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143  
144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   >>   >|  



Top keywords:

Amelia

 
betrekkingen
 

Hoofdschout

 

leedwezen

 

hebben

 

slechts

 
plicht
 

Amsterdam

 

verder

 

zullen


geboorte
 
woorden
 

behoef

 

gemaakt

 

verklaring

 

zonder

 

verdere

 
beiden
 
antwoordde
 

strafbaar


genoeg
 
gedaan
 

pogingen

 

trachten

 

vervullen

 

verschillende

 
geloof
 
misschien
 

verstaat

 

bedoelingen


dankte

 

bestemd

 
handdruk
 

ongetwijfeld

 

begaafdheden

 

geplaatst

 

opvoeding

 
wensch
 

spraken

 

welkom


stekende
 
hooren
 

binnen

 
schipper
 
aanleggen
 

totdat

 

toestand

 
maatschappelijken
 

burger

 
wenschen