FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  
lingen te vinden om hare moeder te troosten; zij drukte hare dankbaarheid met zooveel gevoel en kracht uit, dat bazin Wildenslag soms haar beminlijk Lieveken tegen de borst drukte en diep ontroerd haar omhelsde. Uit erkentenis voor hare moeder, poogde Lieveken zich op alle wijze nuttig te maken. Zij stond op met het krieken van den dag, schikte, kuischte en schuurde, en deed zooveel, dat het huisje van Jan Wildenslag allengs een min onzindelijk aanzien kreeg. Zij sprak tevens met hare moeder over hetgeen zij op de schole leerde en over de schoone lessen van zedelijkheid en van wellevendheid, welke de Zusters haar gaven. Zoo begon het kind, zonder het te weten, de opvoeding harer moeder, en het wierp in haar hoofd de eerste lichtstralen, welke er ooit waren in doorgedrongen. Bazin Wildenslag, hoe woest en onwetend ook, had een goed hart en veel gezonde rede. Wanneer zij alleen was met Lieveken en zij het kind zoo eenvoudig en toch zoo schoon hoorde spreken van haar onbekende dingen, van godsvrucht, van zedelijkheid en van de menschelijke plichten, gevoelde zij zich in eene andere lucht, en het scheen haar, dat hare eigene natuur door de aanraking van haar kind zich verhief en zich louterde. Ook zeide zij soms tot hare buurvrouw: "Zie, bazin Damhout, wij, arme lieden, wij denken, dat wij dom en slecht zijn. Het is niet waar. Het goede steekt er in, maar niemand heeft het er doen uitkomen. Hadden mijne ouders mij beter opgebracht en mij laten leeren, ik zou een ander mensch geworden zijn; want nu gevoel ik het wel, ik ben zoo bot niet als ik zelve het meende. Ware het nog te herdoen! Maar het is te laat, gebuurvrouw. Ik heb nu toch het geluk, te weten, dat mijne Godelieve goed zal geleerd worden. Zij is een engeltje in mijn huis; en mijn man mag mij vervaard maken zooveel hij wil, ik ben zeker dat ik plezier in mijn kind zal hebben zoolang ik leef. Wat hare broeders en zusters betreft, kleinen en grooten, daar is niets goeds van te verwachten. Zij staan tegen mij op, alsof ik geboren ware om hunne slavin en hunne dienstmeid te zijn. Ik heb al moeite gedaan om de kleinste naar de school te krijgen; maar Wildenslag springt vijf voet hoog van gramschap, zoohaast ik daarvan spreek." Misschien had de tevredenheid van vrouw Wildenslag nog eene andere reden. Zij was naar de school van Lieveken gegaan. De Zusters hadden haar met eene bijzondere beleefdheid en met eene zichtbare blijdschap ontvangen; haar de wonderlijke vo
PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   >>   >|  



Top keywords:

Wildenslag

 

Lieveken

 

moeder

 

zooveel

 

zedelijkheid

 
andere
 

Zusters

 

drukte

 

school

 

gevoel


meende
 

bijzondere

 

herdoen

 

tevredenheid

 

gegaan

 

gebuurvrouw

 

hadden

 
mensch
 

ontvangen

 

uitkomen


Hadden

 

blijdschap

 

wonderlijke

 

niemand

 

ouders

 

zichtbare

 
geworden
 
beleefdheid
 

leeren

 
opgebracht

geleerd

 

grooten

 

krijgen

 
springt
 

zusters

 

betreft

 

kleinen

 

verwachten

 
dienstmeid
 

kleinste


moeite

 

slavin

 

geboren

 

broeders

 

engeltje

 

zoohaast

 
daarvan
 
spreek
 

Misschien

 

gedaan