FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63  
64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   >>   >|  
aarpot? Hare vlijt, hare zucht om te beletten, dat haar man zich ooit over het onderwijs zijner kinderen beklaagde, laat toe te vooronderstellen, dat zij iets had bewaard tegen eenen onvoorzienen nood. In het eerst ten minste ontbrak er niets in haar huishouden. Zij verzocht zelfs dikwijls de arme Godelieve, die honger leed ongetwijfeld, met hen het avondmaal te nemen; maar het meisje werd telkens rood bij zulke aanbieding en weigerde, zichtbaar sidderend, alsof het gepeins van in dit huis eene aalmoes te ontvangen haar met schrik en schaamte sloeg. Nog altijd dwaalden de werklieden in de straten van Gent verhongerd en lijdend rond. Van kindsbeen af aan eene enkele soort van arbeid, aan eene eenvormige en beperkte beweging gewend, waren zij onbekwaam om tot eenig ander werk hunne toevlucht te nemen. De gedachte daarvan kwam zelfs niet in hen op, en zij zouden veeleer zich met gansch hun huisgezin van honger hebben laten sterven, dan in eenige andere bezigheid ten minste eenen tijdelijken onderstand te zoeken. Door den langen duur der werkstaking werd de nood insgelijks voelbaar voor het huisgezin der Damhouts. Inderdaad, wat de vrouw door haren drukken arbeid met naaien kon verdienen was niet toereikend, om de huishuur te betalen en de voeding van vijf personen te bekostigen. In de winkels begon men insgelijks moeilijkheden tot langer borgen op te werpen. Aangespoord door den ijver zijner vrouw, die, zooals hij zelf zeide, zich de vingeren van de handen werkte, poogde Damhout in de stad werk te vinden om iets te winnen. Het gelukte hem in de eerste week niet; want schrik voor den oorlog had meer dan eene nijverheid verlamd, en er liepen honderden menschen rond om werk en om brood. Eindelijk toch, en hoezeer het hem, als spinner van ambacht, tegenstak, nam hij aan met eenige anderen eene slijkige gracht en eenen vijver uit te delven en te verdiepen. Het bedroefde bazin Damhout uitermate, dat hij zulken arbeid had aanvaard, en zij poogde hem te overtuigen, dat hij hem moest verlaten; er zou wel een middel zijn om voort te sukkelen, totdat hij wat beters hadde gevonden, maar de man, die wanhopig was over de werkeloosheid en niet langer al den last van het huishouden op zijne vrouw wilde laten drukken, weerstond haar en begon des anderen daags den voor hem zoo ongewonen arbeid. Gedurende de eerste week hield hij het vol; hij was wel treurig in zijn hart en tot bezwijkens toe vermoeid in al zijne leden, maar
PREV.   NEXT  
|<   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63  
64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   >>   >|  



Top keywords:

arbeid

 

schrik

 

eerste

 

anderen

 

poogde

 
eenige
 

insgelijks

 

huisgezin

 

langer

 

drukken


Damhout
 

zijner

 

honger

 

huishouden

 

minste

 

spinner

 

verlamd

 
nijverheid
 

oorlog

 

moeilijkheden


liepen

 

honderden

 

hoezeer

 

Eindelijk

 

beletten

 

menschen

 
beklaagde
 
Aangespoord
 

handen

 
werkte

vingeren

 

kinderen

 

onderwijs

 
werpen
 

borgen

 

gelukte

 

winnen

 

vinden

 
ambacht
 

zooals


aarpot

 

weerstond

 

werkeloosheid

 

beters

 

gevonden

 

wanhopig

 
bezwijkens
 
vermoeid
 

treurig

 

ongewonen