FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108  
109   110   111   112   113   114   >>  
zegd? Ach, Godelieve, wat wij nu gaan beproeven, is eene pijnlijke poging, voor u bovenal, ik weet het; maar de nood is een onmeedoogende dwingeland." "De Damhouts zijn rijk, zeer rijk!" morde het meisje op eenen hollen toon, waarvan de zonderlinge siddering de vrouw verraste. "Maar des te beter, Godelieve," zeide zij. "God zij gezegend, dat Hij hun de middelen schonk om ons te helpen." "Eene aalmoes gaan vragen, moeder! Aan ... aan de Damhouts! Ik, het kleine Lieveken, die zij zoo teeder hebben bemind, die met hen dorst droomen van toekomst en van geluk! O, mijne schoone kindsheid, hoe tergend ontstaat gij voor mijne oogen! Bedelaresse? Lieveken eene bedelaresse!" "Neen, kind, wees niet zoo wreed voor u zelve. Wij komen hulp vragen, ja, maar bedelaressen zijn wij toch niet." Zij stapten voorbij de kerk van Sint-Baafs; het meisje scheen door eenen geheimen invloed naar de zijdeur des tempels gedreven en had, zonder het te weten misschien, zich half omgekeerd. De vrouw weerhield haar en zeide: "Maar, Godelieve, wat doet gij nu? Rechtdoor moeten wij gaan; ginder is de Kruisstraat." "De schaamte, de schrik, moeder; mijne ziel wil bidden, sterkte vragen; want nu wij de plaats naderen, waar ik de smeekende hand tot ... tot vrouw Damhout zal uitsteken, ontsnapt mij alle moed." "De avond valt, Godelieve; wij mogen niet wachten totdat het gansch donker is. Kom, mijn kind, het is een smartelijk oogenblik, inderdaad; maar het zal haast doorgestreden zijn. Wij zullen hier, bij het Heilig Graf, God voor zijne barmhartigheid komen danken of ... of tranen van wanhoop storten op diezelfde knielbank, waar wij zoo dikwijls hebben gebeden. Kom nu, het zal niet lang duren." Beiden vervorderden hunnen weg tot in de Kruisstraat, waar zij begonnen rond te kijken, om het huis te herkennen, dat men hun in de stege had aangeduid en beschreven. Dewijl het reeds half duister was, hadden zij eenige moeite om in hunne opzoeking te gelukken. Eensklaps zeide de vrouw: "Daar is het, Godelieve. Die schoone ronde deur, dat balkon. Welk prachtig huis! Wat moeten de Damhouts gelukkig zijn! Zij verdienen het ook wel, niet waar? Ach, mochten zij onze bede verhooren! Er is reeds licht in de benedenkamer. Godelieve, schep moed, mijn kind. Werp u aan de voeten van vrouw Damhout, bezweer haar bij hare vorige goedheid voor u. Zij zal ons redden, wees er zeker van." "Ja, moeder, de strijd is ten einde; ik gevoel mij weder eenige sterkt
PREV.   NEXT  
|<   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108  
109   110   111   112   113   114   >>  



Top keywords:

Godelieve

 

moeder

 

vragen

 
Damhouts
 
hebben
 

schoone

 

Kruisstraat

 

moeten

 
Lieveken
 

eenige


meisje
 

Damhout

 

herkennen

 

Beiden

 

hunnen

 

kijken

 

vervorderden

 

begonnen

 
inderdaad
 

doorgestreden


zullen

 

oogenblik

 

smartelijk

 

totdat

 

gansch

 

donker

 

Heilig

 

storten

 

diezelfde

 

knielbank


dikwijls

 

wanhoop

 
tranen
 

barmhartigheid

 

danken

 

gebeden

 

benedenkamer

 
voeten
 
bezweer
 

sterkt


verhooren

 
vorige
 

gevoel

 

strijd

 
goedheid
 
redden
 

mochten

 

moeite

 

hadden

 

opzoeking