FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   >>  
nderdaad velen, die een ongemeen schoone hand hadden. Ik hoorde er eenigen lezen met eene zuiverheid van uitspraak, welke ik zelden in andere scholen had ontmoet. Dan volgden velerlei oefeningen, ditmaal grootendeels door den bestierder zelven geleid, om mij over de vroege ontwikkeling van het verstand dezer arme werkmanskinderen te laten oordeelen. Er werden vragen voorgesteld aangaande de nijverheid en de verdeeling van het werk, aangaande de geweefsels in het algemeen en het katoen in het bijzonder, aangaande de beginselen der mekaniek en den aard der stoffelijke krachten, die de mensch aanwendt tot het vergemakkelijken van zijnen arbeid, aangaande de spaarkassen en de genootschappen van onderlingen bijstand, en eindelijk aangaande de plichten van den mensch jegens God, jegens zich zelven en jegens zijnen evennaaste; in een woord aangaande alles, waarvan de kennis deze kinderen tot behendige werklieden, tot goede huisvaders en tot verlichte burgers van een vrij vaderland kon maken. Mijne verwondering was groot, toen ik deze vragen door vele kinderen, zonder aarzeling en met opmerkelijke klaarte, hoorde beantwoorden; maar het verraste mij nog meer, hen gedurende een half uur, op het zwarte bord of enkel uit het hoofd, de meest ingewikkelde vraagpunten der rekenkunde te hooren oplossen. Nauwelijks kon ik gelooven, dat ik deze zelfde jongens als draadjesmakers achter de spinmolens had gezien. De bestierder en de onderwijzer waren trotsch over mijne verbaasdheid en over den lof, dien ik hun en hunnen leerlingen toezwaaide. Nadat ik den bekwamen onderwijzer gulhartig en dankbaar de hand had gedrukt, volgde ik den bestierder, die mij verzocht haast te maken, dewijl hem anders de tijd mocht ontbreken om mij nog eene andere school te toonen. Hij leidde mij over het plein en opende een poortje. Wij traden door eenen bloemrijken tuin, die met muren was omsloten. In de verte, bij een looverhuisje, zag ik drie of vier kinderen, waarvan de twee kleinsten in een wagentje zaten. Voor het lieve rijtuig waren twee schapen gespannen. De voerman was een jongetje van ongeveer tien jaar. Aan elke zijde van het wagentje liep eene oude dame, om de kinderen voor ongeluk te behoeden. In het looverhuis zat een grijsaard, die niet min dan zestig jaar oud kon zijn. Hij rookte een pijpje en was bezig met een vischnet te breien. Al deze personen juichten en lachten om der kinderen luidruchtige vroolijkheid. De bestierder r
PREV.   NEXT  
|<   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   >>  



Top keywords:

aangaande

 

kinderen

 

bestierder

 

jegens

 

vragen

 

onderwijzer

 

mensch

 
zijnen
 

waarvan

 

wagentje


andere
 

zelven

 

hoorde

 

dewijl

 
breien
 
juichten
 

verzocht

 

vischnet

 

dankbaar

 

gedrukt


volgde

 

anders

 

school

 

toonen

 
leidde
 

ontbreken

 

personen

 
gulhartig
 

gezien

 

vroolijkheid


luidruchtige

 

spinmolens

 

achter

 

zelfde

 

jongens

 

draadjesmakers

 

lachten

 

trotsch

 
hunnen
 

leerlingen


toezwaaide

 

opende

 

verbaasdheid

 

bekwamen

 

poortje

 

jongetje

 

ongeveer

 

voerman

 
gespannen
 

rijtuig