en indrukwekkend als eene koningin. Hoe heeft zij
de zuiverheid, de fijnheid des harten kunnen behouden in zulke wereld,
tusschen grove, onwetende menschen, dwars door nood, honger en
ellende? Ha! het onderwijs! Ik ben het, die deze ziel het licht en de
sterkte heb gegeven om aan de verleiding, aan de zedelijke verlaging
te wederstaan; mijne moeder is het, die haar de liefde tot deugd en
plichtsbetrachting heeft ingeboezemd. Roos onder de doornen, lelie
bloeiend op een mesthoop! En de lelie is zuiver gebleven, en de roos
heeft hare geuren uitgewasemd als eenen balsem over het lijden
dergenen, die haar omringden! Edel moet zij zijn boven de edelsten, om
onder zulke beproeving niet te zijn bezweken. Dank, dank, o, mijn God,
dat Gij de kiemen, door een ander kind in haren geest en in haar hart
gestort, niet onvruchtbaar liet zijn!"
Hij wreef zich het voorhoofd en stapte in de kamer rond, als wilde hij
zijne stormende gepeinzen ontvluchten. Eensklaps staan blijvende, riep
hij uit:
"Onmogelijk, onmogelijk! De wereld, mijne ouders ... hare broeders,
hare zusters ... het eenige geluk, dat mij op aarde moet geweigerd
blijven!... Maar heeft zij daar schuld aan? Zij zal verre van hare
geboortestad gaan dwalen, verdriet hebben, gaan kwijnen misschien? Ja,
ja, ik bedrieg mij niet: hare schuchterheid, hare schaamte, hare
verschrikte kuischheid, hare laatste woorden.... Zij ook heeft
getreurd, zij ook heeft eenen wreeden knagenden worm in het hart
gedragen!"
Hij stortte neder op eenen stoel, sloeg zich de handen voor de oogen
en morde met wanhoop:
"Eilaas, eilaas, het kan niet zijn! Zij heeft gelijk; ik mag haar niet
meer zien na den dag van morgen. Ik insgelijks wil het aandenken
mijner kindsheid eerbiedigen en het zuiver bewaren tot aan het graf.
Zij heeft het gezegd; er is voortaan geen andere band tusschen ons
mogelijk dan de herinnering aan het verledene, de weldaad en de
dankbaarheid!"
Na een oogenblik stilte sprong hij weder recht.
"Ik zou haar verliezen voor altijd?" kreet hij. "Die edele ziel, dat
beminnend harte zou gaan verkwijnen in vreemde streken?... Er is een
andere band, een heilige band, een eeuwige band; er is een
geneesmiddel voor haar verdriet en voor mijne treurnis.... Ho, ik kan
het niet meer uitstaan; ik moet mijne moeder, mijnen vader, mijnen
meester spreken! Veroordeele mij de gansche wereld, het geluk mijns
levens staat op dien prijs! Aan mij, aan mij de vriendin mijner
kindsheid! aan mij het
|