FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   >>  
n!" riep Bavo met ontsteltenis. "Na acht jaar afwezigheid! Wat doen de kleederen? Zij getuigen immers van hare opoffering, van hare liefde voor hare ouders? Ach, mocht ik eene belooning eischen, het ware, dat het mij toegelaten wierd haar te troosten en haar moed te geven!" "Ik zal ze halen, mijnheer. Mij ook beschaamde de poging, welke ik bij u moest beproeven; maar de weldaad van edelmoedige menschen als gij zijt, vernedert niet, integendeel! Ik zal het Godelieve doen begrijpen, mijnheer. Zij zal komen om u te danken." Bazin Wildenslag ging ter deur uit. Als bezwijkend onder eene geweldige ontsteltenis, liet Bavo zich op een stoel zakken en legde het hoofd in de handen. De afwisseling zijner uitdrukking getuigde dat hij worstelde tegen gepeinzen, die tegen zijnen wil hem bestormden. Evenwel na eenige oogenblikken scheen hij over deze geheime opwellingen van een vorig gevoel te hebben gezegepraald; want hij hief het hoofd op en zeide met eenen lichten spotlach tot zich zelven: "Het zijn droomen, die vergaan voor de wezenlijkheid. Geene onmogelijke gepeinzen! Ja, het is ons plicht, te erkennen en te beloonen wat het goede Lieveken eertijds voor mijnen zieken vader heeft gedaan. Lieten wij haar ongelukkig zijn, het ware eene wreede ondankbaarheid, misschien eene zedelijke misdaad. Onze plicht is zeer eenvoudig te vervullen. Wij zullen hen bijstaan en beschermen, totdat Godelieve eene voordeelige plaats in een onderwijsgesticht heeft gevonden; totdat zij weder de middelen hebben bekomen om stil en tevreden te leven. Wij zullen over hen waken, om voortaan het ongeluk van hen af te keeren. Anders kunnen wij toch niets...." Weder boog hij het hoofd en staarde ten gronde; na eene wijl beweegloos te zijn gebleven, murmelde hij met eenen diepen zucht: "Het is zonderling! De mensch schijnt een dubbel wezen in zich te besluiten ... maar neen, zijn wil en zijn hart stemmen niet altijd overeen. En nochtans, ik moet die gepeinzen verjagen. Vermits er tusschen haar en mij eene maatschappelijke onmogelijkheid is ontstaan, moet ik mijne kindsheid vergeten. Haar ongeluk legt mij den eerbied op; kwetsen wij hare gevoelige ziel niet. Ha, men belt! Daar is zij! Hoe klopt mijn hart! Ik moet mij bedwingen.... Arm Lieveken! was het zoo, dat ik haar moest wederzien?" Vrouw Wildenslag trad in de kamer, gevolgd door hare dochter. Het benauwde meisje hield het hoofd gebogen als eene veroordeelde, en dorst den blik niet opheffen;
PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   >>  



Top keywords:

gepeinzen

 

hebben

 

Godelieve

 
Wildenslag
 
ontsteltenis
 

zullen

 

totdat

 

ongeluk

 

plicht

 

Lieveken


mijnheer

 

staarde

 

gronde

 
kunnen
 
beweegloos
 

murmelde

 
dubbel
 

besluiten

 

schijnt

 
mensch

Anders

 

diepen

 

zonderling

 

gebleven

 

beschermen

 

voordeelige

 
plaats
 

onderwijsgesticht

 

bijstaan

 
eenvoudig

vervullen

 

ouders

 
gevonden
 

toegelaten

 
voortaan
 

belooning

 

tevreden

 

middelen

 

bekomen

 

keeren


overeen

 

wederzien

 

bedwingen

 

gevolgd

 

veroordeelde

 
opheffen
 
gebogen
 

dochter

 

benauwde

 
meisje