FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110  
111   112   113   114   >>  
schermen! In zijne eindelooze genade zal Hij mij misschien de noodlottige opoffering mijner menschelijke waardigheid sparen, dat eenige goed, waarvan het behoud mij sterkte gaf en mij worstelen liet tegen de akelige bitterheid mijns levens! Ga, moeder; ik zal wachten, angstig wachten voor het Heilig Graf. Noem mij niet, noem mij niet!" En deze laatste woorden stamelende, verwijderde zij zich met haast in de richting der Sint-Baafskerk. De vrouw zag haar een oogenblik achterna, schudde het hoofd en mompelde in zich zelve terwijl zij de straat overstapte: "Ik heb het gevreesd. Arme Godelieve. Zij is dubbel ongelukkig. Ik begrijp, dat haar het hart wreedelijk bloedt ... anders zou zij mij toch niet alleen laten gaan, zij, die uit liefde, uit goedheid haar leven zou opofferen om de smart eener vernedering van mij af te keeren. Welaan, ik zal moed hebben voor ons beiden. Oneer, schande, redding, blijdschap, wat wacht mij daarbinnen, o hemel!" Zij trok aan de bel en zeide tot de meid, die kwam openen, dat zij verlangde M. Damhout te spreken. De meid, die waarschijnlijk in de halve duisternis hare slechte kleederen niet bemerkte, opende de deur der kamer aan de straat, en bracht haar in de tegenwoordigheid van eenen jongen heer, die voor eene tafel was gezeten en in een boek scheen te lezen. Hij hief het hoofd op en beschouwde met zekere onaangename verrassing deze slechtgekleede vrouw. Zonder op te staan, zeide hij: "Komt gij om werk op de fabriek, vrouw? Bied u morgen op het bureel aan; ik zal zien of er plaats is voor u. Nu kan ik u dit niet verzekeren." "Ik wenschte M. Damhout te spreken," stamelde de vrouw. "M. Damhout? Die ben ikzelf." "Neen, uwen vader of uwe moeder, mijnheer." "Zij zijn den avond gaan doorbrengen bij vrienden, aan het ander einde der stad; heden zult gij ze niet kunnen zien. Keer morgen in den voormiddag weder." "Eilaas," zuchtte de vrouw, "ik, die uit Frankrijk kom en morgen vroeg moet vertrekken!" "Uit Frankrijk? Gij komt uit Frankrijk?" mompelde Bavo, terwijl hij met eene klimmende ontsteltenis de vrouw in het aangezicht schouwde. "Gij herkent mij niet, mijnheer? Inderdaad, gij waart nog jong, en de lange tegenspoed veroudert den mensch voor zijnen tijd." "Bazin Wildenslag? Gij zoudt de moeder zijn van ... de vrouw van Jan ... Line Wildenslag? Onmogelijk!... Gij zijt dus ziek geweest?" "Ziek en ongelukkig, mijnheer." De jongeling had moeite om zich te bedwingen
PREV.   NEXT  
|<   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110  
111   112   113   114   >>  



Top keywords:

moeder

 

Frankrijk

 

mijnheer

 

morgen

 

Damhout

 
spreken
 

mompelde

 

ongelukkig

 

terwijl

 
straat

Wildenslag

 
wachten
 

Onmogelijk

 

fabriek

 

bureel

 

verzekeren

 

wenschte

 

stamelde

 

plaats

 

scheen


gezeten

 

bedwingen

 

moeite

 

beschouwde

 

verrassing

 

slechtgekleede

 

Zonder

 

jongeling

 

zekere

 

onaangename


geweest

 
kunnen
 

aangezicht

 

ontsteltenis

 

schouwde

 
jongen
 

voormiddag

 

vertrekken

 

zuchtte

 

klimmende


Eilaas

 

herkent

 

zijnen

 

mensch

 

veroudert

 

ikzelf

 
tegenspoed
 

vrienden

 

Inderdaad

 

doorbrengen