FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95  
96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   >>  
ad gesleten. Zeide en herhaalde zij hem niet dagelijks, hoe zijne moeder hem had bemind en hem had aangemoedigd in zijne pogingen om te leeren? Waren niet al de herinneringen van zijn leven aan deze nederige kamer gehecht? Eindelijk toch kon hij zijne moeder niet meer wederstaan. Er werd, een weinig verder aan de straat, een klein doch net huisje gehuurd, en men had reeds begonnen de meubelen over te dragen. Men nam voor den laatsten keer het middagmaal in de oude woning. Bavo zat tusschen zijne twee zusterkens aan tafel over zijne ouders. De jongen sprak niet en was zeer zwaarmoedig; zijne oogen dwaalden soms rond de kamer, als zeide hij vaarwel aan deze wanden, die zoo dikwijls de vroolijke stem van arme, ongelukkige kinderen hadden gehoord. Daar trad onverwachts een man in de kamer, naar buiten roepende: "Ja, ja, ik kom! Eenige oogenblikken slechts! ga naar de _Blauwe Geit_, bij Pier de Knul; ik zal u daar wel vinden!" En tot de tafel naderende, greep hij de hand van Damhout en zeide: "Goeden dag, Adriaan, ik wilde toch niet in Gent geweest zijn, zonder u te hebben gezien. Gij hebt geluk, ik weet het en het verblijdt mij, want gij zijt een brave vent." "Zie, het is Steven Geerts!" riep Damhout. "Wel vier jaar is het geleden, dat ik u voor de laatste maal heb gezien. Waar zijt gij gebleven?" "Ik kom uit Frankrijk; daar is altijd veel werk." "Uit Frankrijk?" "Ja, van Wazemmes, bij Rijssel." "Van Wazemmes!" riepen de ouders en Bavo met blijde verrassing. "Waarom verwondert u dit?" murmelde Steven. "En hoe gaat het met de Wildenslags? Die wonen ook te Wazemmes, niet waar?" vroeg vrouw Damhout. "Dit is te zeggen," was het antwoord, "zij hebben er eenigen tijd gewoond, volgens dat ik van de vrienden heb vernomen; maar ze zijn van daar naar Douai vertrokken. Ik heb ze gedurende acht of tien dagen gezien; want ik heb wel een half jaar te Douai gewerkt; maar de week na mijne aankomst zijn de Wildenslags eensklaps van daar vertrokken. De vrienden zeggen, dat zij werk hebben aangenomen voor eene stad in het midden van Frankrijk, voor Rouaan misschien; maar ik weet het niet juist." "En de Wildenslags varen altijd wel?" "Wel? Ja, veel te wel; het ware beter, dat zij wat armoede leden. Er zijn geene grootere rabauwen op de wereld dan de Wildenslags; gij moest ze nu zien, Adriaan! Ze doen niets dan zwieren en slempen, halve weken; en ze worden zelfs door de vrienden gevlucht; want ze zijn daaren
PREV.   NEXT  
|<   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95  
96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   >>  



Top keywords:

Wildenslags

 

Frankrijk

 

vrienden

 

hebben

 

Damhout

 

gezien

 
Wazemmes
 

vertrokken

 

zeggen

 

Adriaan


Steven

 

altijd

 
ouders
 

moeder

 

wereld

 

rabauwen

 

armoede

 
blijde
 
riepen
 

Rijssel


grootere

 
Geerts
 

worden

 
daaren
 
gevlucht
 

slempen

 

geleden

 

zwieren

 
laatste
 

gebleven


verrassing

 

aangenomen

 

midden

 

Rouaan

 

volgens

 

misschien

 

vernomen

 

eensklaps

 

gedurende

 
gewerkt

aankomst

 
gewoond
 

murmelde

 

Waarom

 
verwondert
 

eenigen

 

antwoord

 

meubelen

 
begonnen
 

dragen