eid. Uwe goedheid, uwe weldaden, onze vriendschap, dit
alles heeft zij vergeten. Zij is dubbel schuldig. O, ik zal haar
aandenken in mijn hart versmachten met geweld. Moeder, doe de
werklieden komen, seffens: alles moet weg naar onze nieuwe woning. Ik
wil hier niet meer slapen, ik wil geenen voet meer in de stege zetten.
Ik bid u, dat ik alles gereed vinde tegen dat ik naar huis kom; gij
zult mij gelukkig maken. Vaarwel, ik ga naar mijn bureel; hier kan ik
niet meer blijven; dezen avond zal ik bellen aan het huis in de
straat...."
Hij meende te vertrekken; maar daar hij bemerkte, dat zijne moeder
bekommerd was en hem wilde wederhouden, zeide hij met min ontsteltenis
in de stem:
"Wees gerust, moeder; het is voor een oogenblik slechts. Morgen zal ik
aan niets meer denken; het is gedaan; ik had verdriet, maar nu ben ik
genezen, genezen voor altijd!"
En na onder het spreken dezer woorden de handen zijner moeder
teederlijk te hebben gedrukt, ging hij het huis uit.
XI
De ongunstige tijding over Godelieve scheen Bavo van eene geheime
overheersching te hebben verlost, en onder dit opzicht had zij hem
inderdaad goed gedaan. Alsof dit voorval eensklaps hem al wat er nog
kinderlijks in hem was, had ontnomen, werd zijn geest ernstiger en hij
kreeg meer dan te voren het voorkomen van een bezadigd mensch, die
zich slechts bezighoudt met nuttige dingen.
Van dan af werkte hij met nog meer vlijt op zijn bureel, en al zijne
pogingen strekten om zich den handel en de inrichting der fabriek
geheel eigen te maken.
M. Raemdonck en de oude meester-klerk schepten vermaak in den
leerzamen en dankbaren jongeling voort te helpen. De laatste bovenal
had hem zeer lief en ontlastte zich op hem van een groot gedeelte
zijns arbeids, teneinde hem van alles ondervinding te geven. Hij
verborg hem zelfs niet, dat hij het deed met een bijzonder inzicht.
"Ik kan ziek worden," zeide de meester-klerk, "ik kan eene andere
plaats bekomen; mijn oom, de huidvetter, kan sterven. Dan erf ik een
fortuin en ga op mijn geboortedorp leven. Ik wil u bekwaam maken om
mij desnoods in mijne bezigheid te vervangen en, indien het gebeurt,
als gij oud genoeg zijt, om mijne plaats bij M. Raemdonck te krijgen."
Dit vooruitzicht was een nieuwe spoorslag voor Bavo. Met de
toestemming van zijnen meester nam hij boeken uit de bibliotheek naar
huis, studeerde de mekaniek, volgde nieuwe uitvindingen, teekende en
overwoog, en had reeds bijgedragen om op de
|