de schoonste glorie onzer eeuw.
Wat ons betreft, wij beschouwen elke school als een tempel, opgericht
aan de waardigheid en de welvaart van het arbeidende volk!--Ziedaar,
vrienden, de edele woorden, u door eenen uwer gezellen toegestuurd.
Drukt ze in uw hart en volgt den wijzen raad, die er in ligt besloten;
want zij toonen u het middel om uwe krachten te verdubbelen, uwe
welvaart te vermeerderen en in de toekomst het werk en den werkman te
verheffen en te veredelen."
Deze redevoering, met kracht en overtuiging uitgesproken, had eenen
diepen indruk op het gemoed der aanhoorders gedaan. Eerst na een
oogenblik der volledigste stilte braken de toejuichingen los. Onder
degenen, die met koortsige geestdrift in de handen klapten en bravo
riepen, kon men bovenal vrouw Damhout onderscheiden. De opgetogene
Christina had hare eigene denkwijze zoo welsprekend hooren bevestigen;
en zij gevoelde, dat de woorden van den raadsheer eene lange lofrede
van haar gedrag als moeder waren geweest.
"Welnu, Adriaan," vroeg zij zegevierend, "had ik gelijk of niet? Die
heer weet er meer van dan Jan Wildenslag, niet waar? En gij hoort wel,
dat er verstandige werklieden zijn, die denken als ik over het
onderwijs der kinderen?"
Damhout knikte met het hoofd ten teeken van toestemming; maar hij had
den tijd niet om haar te antwoorden, want de oefeningen der
schoolkinderen begonnen onmiddellijk en werden zonder verpoozing
voortgezet.
Men droeg eenige verzenstukjes en fabelen voor, en men vertoonde zefs
een geestig blijspel, het alles onder het twintigmaal herhaalde
handgeklap der aanschouwers, die verbaasd waren en zich trotsch
gevoelden over de kunde en de geleerdheid hunner kinderen.
Eindelijk ging men over tot de prijsuitreiking. Een groot getal
jongens van allen ouderdom, de kleinste eerst, werden beurtelings
opgeroepen en kregen een of meer boeken.
Velen moeders ontvielen tranen van geluk en hoogmoed; eenigen drukten
in vol publiek hunne kinderen op hun hart en deden door deze
eenvoudige uitstorting van liefde en blijdschap de toejuichingen der
ontroerde aanschouwers verdubbelen.
Toen men aan de leerlingen der hoogste klasse was gekomen, en Bavo de
schoone, groote boeken een voor een van de tafel zag verdwijnen, werd
het hem eenigszins bang om het hart. Ware hij op de school gebleven,
dan hadde hij wel zeker het grootste getal dier prijzen behaald. Al de
eer, welke zijnen ouden gezellen nu werd aangedaan, ware hem te beurt
gevall
|