FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   >>   >|  
oohaast hij zich in bezit van zijnen prijs zag, keerde zich om, hief het boek en kroon met beide handen in de hoogte en riep in verrukking uit: "Moeder, moeder, moeder!" En hij sprong als een zinnelooze of een blinde tusschen de overheden en het publiek door, wierp kroon en boek op den schoot zijner moeder en vloog haar aan den hals en zoende haar onder het uitspreken van allerlei dankzeggingen. Ook zijnen vader omhelsde hij lang en vurig. Tusschen zijne liefdesbetuiging riep hij luid: "Gij hebt gewerkt en geleden om mij te laten leeren. Vader, vader, ik zal voor u werken. O, dat God mij bescherme! Gij zult het zien, gij zult het zien!" Deze eenvoudige lieden, in hun geluk, in hunne ontsteltenis, hadden de geheele wereld vergeten en schenen niet te weten, dat eene menigte menschen, met tranen in de oogen en woorden van bewondering op de lippen, hen omringden en op de uitstorting hunner blijdschap staarden. Damhout richtte zich eerst op en zeide tot zijne vrouw: "Kom, Christina, kom; men bekijkt ons zoo vreemd. Het is gedaan; de burgemeester is al weg; laat ons naar huis gaan." Men hadde op de schijnbare koelheid zijner woorden kunnen vooronderstellen, dat vader Damhout min gevoelig was aan de zegepraal zijns zoons; maar men hadde zich daarover geheel misgrepen. Zijn hart was vervuld met hoogmoed; want toen hij van tusschen de banken was geraakt, spande hij zichtbaar alle pogingen in om nevens Bavo te blijven, opdat elkeen mochte zien, dat hij de vader van dien jongen was. Bavo scheen sedert eenige oogenblikken door een gevoel van beschaamdheid aangegrepen; hij hield het hoofd gebogen en stapte wankelend tusschen zijne ouders. Toen zij de deur der zaal gingen bereiken, zeide Christina tot haren zoon: "Bavo lief, gij moogt niet beschaamd zijn: integendeel, hef het hoofd op; de menschen zouden zoo gaarne u in het aangezicht zien; het is uit vriendschap...." De jongen, als uit eenen slaap opschietende, slaakte eenen zucht en murmelde met zonderlinge ontroering aan het oor zijner moeder: "Ach, hadde Lieveken dit eens kunnen zien!" Zij werden door den vloed des volks ter deur uitgestuwd, en bevonden zich op de straat. "Christina," zeide vader Damhout, "ginder staat M. Raemdonck; hij beziet ons en schijnt mij te willen spreken." "Inderdaad, Adriaan, het is natuurlijk, hij zal u gelukwenschen. Welke eer, niet waar? Uw eigen meester. Wie hadde zich toch aan zooveel geluk verwacht. Die goede, l
PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   >>   >|  



Top keywords:

moeder

 

tusschen

 

Damhout

 

zijner

 

Christina

 
jongen
 

zijnen

 

menschen

 

kunnen

 
woorden

stapte

 
wankelend
 

gingen

 

vervuld

 

ouders

 

bereiken

 

gevoel

 

blijven

 

elkeen

 

nevens


pogingen

 

spande

 

zichtbaar

 

banken

 

mochte

 

geraakt

 

beschaamdheid

 

aangegrepen

 

hoogmoed

 

oogenblikken


scheen

 
sedert
 

eenige

 

gebogen

 

willen

 
schijnt
 

spreken

 

Inderdaad

 

natuurlijk

 

Adriaan


beziet

 

Raemdonck

 

straat

 

bevonden

 

ginder

 

gelukwenschen

 
verwacht
 

zooveel

 

meester

 

uitgestuwd