e bemerkingen, die genoeg lieten blijken, dat
hij nog altijd ongerust was aangaande de gevolgen der al te hooge
opvoeding, welke zijne vrouw aan hare kinderen gaf.
Misschien dat de arme moeder niet geheel zonder vrees of twijfel was;
want zij hield niet op van Bavo en Lieveken, onder alle vormen en bij
elke gelegenheid, de dankbaarheid en de liefde tot hunne ouders als
eenen heiligen plicht aan te prijzen. Alsof zij, door eene geheime
inspraak harer ziel, gevoelde, dat geleerdheid niet voldoende is om
alleen den mensch te vormen, legde zij met eene teedere oplettendheid
in het hart van haren zoon en in het hart van Lieveken de kiemen van
het diepste plichtgevoel en van de zuiverste deugden neder.
Zij was sedert jaren gewend aan de tegenwoordigheid der kleine
Godelieve; nu vond zij haar geluk in de zoete vriendschap der kinderen
voor elkander en in hunne ijverige leerzaamheid. Zij aanschouwde
eenigszins het goede meisje als haar eigen kind. Was zij de oorzaak
niet, dat zij naar de schole ging? En gaf deze weldaad haar het recht
niet om Godelieve uitzonderlijk te beminnen?
Het meisje erkende hare liefde niet alleen door eene groote
dankbaarheid, maar tevens door een gevoel van diepen eerbied en van
ontzag, dat zij zelfs op Bavo overdroeg; want alhoewel zij aan zijne
zijde leefde als zijne zuster en zijne gelijke, bleef hij in hare
oogen altijd een waardiger wezen, wiens vriendschap en wiens
edelmoedige bescherming zij onverdiend genoot.
Eindelijk toen Godelieve bijna gedurende drie jaar had ter schole
gegaan, kon hare moeder het niet langer tegen haren man volhouden, en
er werd beslist, dat het meisje met het begin der volgende week het
gesticht der Zusters zou verlaten.
Wildenslag meende, dat men haar onmiddellijk op de fabriek moest doen;
zij zou er seffens eenige stuivers elken dag winnen, terwijl zij, om
een handwerk te leeren, misschien nog wel gedurende twee jaar met
eenen of twee stuivers per week zou naar huis komen. Al die
geldverkwisting, beweerde hij, had geen ander gevolg dan eene pint
bier en een brok vleesch uit zijnen mond en uit den mond harer
broeders en zusters te rooven. Het kwetste hem daarenboven, dat zijne
dochter op eenen juffrouwenstiel ging en niet fabriekwerkster bleef
gelijk hare ouders.
Daarover echter behaalde hij geen gelijk. In den geest van vrouw
Wildenslag was de toekomst van Godelieve afgebakend zooals Bavo's
moeder ze haar had voorspeld. Zij zou kleermaakster worden,
winkel
|