dochter en eindelijk meesteresse; daar was niets aan te doen,
haar man mocht er tegen grollen en grimmen zooveel hij wilde.
Toen Lieveken met het onverwachte nieuws bij Bavo kwam en zeide, dat
zij hare school ging verlaten, was er eerst verrassing en dan stille
treurnis. De kinderen wisten niets daartegen in te brengen en
onderwierpen zich; maar hunne oogen, wanneer zij elkanders blikken
ontmoetten, waren klagend, en uit Lievekens boezem ontsnapte nu en dan
een zucht. Het was zoo goed voor haar bij de Zusters; zij was er zoo
bemind geweest en zij droeg haren leermeesteressen zooveel dankbare
genegenheid toe. Hare goede weldoensters voor altijd vaarwel te
zeggen, viel haar hart bitter en wreed. Maar het kon niet anders: zij
was arm in de wereld en moest een ambacht leeren, dit wist zij wel.
Bazin Damhout zeide aan hare buurvrouw, dat zij niet mocht nalaten de
Zusters van hare beslissing te verwittigen, en bij deze gelegenheid
hen duizendmaal en uit den grond des harten moest bedanken voor hunne
goedheid.
Daar Lina reeds eens in het gesticht met bijzondere vriendelijkheid
was onthaald geworden, volgde zij den raad harer buurvrouw.
Wie het meest verrast en bedroefd schenen bij de onverwachte
aankondiging, waren de Zusters. Godelieve was eene leerlinge, op welke
zij niet alleenlijk trotsch waren, maar zij hadden allen het meisje
bijzonder lief om hare voorbeeldige zedigheid en ijver, en meer nog
misschien om hare aandoenlijke dankbaarheid. Daarenboven, Godelieve
was hun reeds sedert eenige maanden behulpzaam geweest om de kleinste
meisjes te leeren spellen.
Nadat de Zusters de redenen van bazin Wildenslag hadden gehoord,
staken zij de hoofden bijeen en spraken eenigen tijd in stilte met
elkander.
Dan zeide de oudste:
"Vrouw, het zou ons pijn doen, onze beste leerlinge nu reeds te moeten
verliezen. Wij waren fier op haar, en hadden ze wel gaarne nog een
jaar behouden, om te doen zien waartoe wij bekwaam zijn, als onze
lessen in eenen goeden grond vallen. Zoudt gij ze niet nog een beetje
op onze school kunnen laten?"
[Illustratie: Hij opende een groot schrijfboek, trok er een blad
papier uit.]
"Onmogelijk, Zuster," antwoordde bazin Wildenslag met eenen zucht. "Ik
wenschte het ook wel. Vermits ik slechts een kind heb, dat heeft mogen
naar de school gaan, zou ik ze willen laten leeren zoolang ze kan;
maar mijn man is niet meer te stillen. Wij kunnen zoo niet leven. De
kinderen kosten geld. Ik heb er nie
|