t minder dan zes; en, gelooft mij
of niet, ze eten ons waarlijk het haar van het hoofd. Als de
kinderen hunnen eigen kost niet verdienden, zoohaast ze groot genoeg
zijn, dan moeten al de menschen van onze soort naar de armen."
"En wanneer denkt gij, dat Godelieve, met den kleermakersstiel te
leeren, haren kost zou beginnen te verdienen?"
"Niet spoedig, Zusters, ik weet het wel: binnen twee jaar misschien,
zoo allengskens."
"Welnu, wij willen u een goed voorstel doen. Laat Godelieveken nog
naar de school komen. Zij zal hier het noenmaal en het avondmaal
genieten, en zelfs het ontbijt, indien gij wilt. Wij zullen eene
bijzondere zorg aanwenden om haar goed te leeren naaien. En zoohaast
zij dertien of veertien jaar bereikt en wel onderwezen is, zullen wij
zelven haar op eenen winkel doen, bij eene meesteresse, die haar zal
beschermen en bevorderen. Zij zal dus den verloren tijd ruimschoots
inwinnen. Bevalt u dit voorstel?"
"Ach, menschen lief, wat zijt gij toch goed voor mijn arm kind!" riep
moeder Wildenslag met de tranen in de oogen. "Dat God u beloone voor
uwe liefdadigheid. Ja, ja, zeker, ik neem uw edelmoedig voorstel aan
uit gansch mijn hart."
Zoo bleef Godelieve, ondanks de tegenwerpingen haars vaders, op de
school der Zusters.
Wat Bavo betreft, het is onnoodig te bevestigen, dat hij op de
gemeenteschool insgelijks zich onder al zijne medeleerlingen
onderscheidde. Hij was in geleerdheid oneindig verder dan Lieveken;
hij had een schoon geschrift, was zeer geoefend in het rekenen en had
reeds eenige vorderingen in de Fransche taal gedaan. Zijne meesters
hadden hun genoegen in zijn helder begrijp en in zijne leerzaamheid,
en roemden op zijnen spoedigen voortgang.
Daar zijne ouders hem voor den stiel van mekaniekmaker of van
timmerman bestemden, woonde hij sedert anderhalfjaar de lessen der
teeken-academie bij, en alles liet vermoeden, dat hij ook in dit
nieuwe vak behendig worden zou.
Met al deze bezigheden, en alhoewel hij nu slechts te acht uren des
avonds naar huis kwam, vond hij nog tijds genoeg om spelenderwijze
Lieveken voort te helpen in hare eerste studie der Fransche taal,
welke zij op hare school nu insgelijks had begonnen te leeren.
Een gansch jaar verliep er dus, zonder dat eenige tegenspoed het
stille geluk van bazin Damhout en van beide kinderen kwam storen. Een
enkel voorval--indien men het voorval mag heeten--was van aard om
aangeteekent te worden in hunne herinnering.
Bavo had s
|