werd de deur zeer zachtjes geopend, en een
klein meisje trad binnen.
"Bavo, daar is Godelieve," zeide de moeder.
De jongen sprong recht, liep naar het meisje, greep haar de hand en
bracht haar bij de tafel, met groote blijdschap zeggende:
"Ha, Lieveken, dat is goed, dat gij nog terugkomt. Ik ben moede
geleerd; laat ons nog wat spelen. Willen wij winkel houden gelijk
gisteren? Het is zoo vermakelijk."
"O, neen, Bavo, laat ons school spelen!" smeekte het meisje.
"Ja, ja, school spelen!" herhaalden de twee zusterkens, lachend in de
handen kletsende.
Bavo haalde eenige boekjes voor den dag, welke hij van zijne eerste
leermaanden had gespaard; hij zette Lieveken op het eene bankje en
zijne zusterkens op het andere, greep zijns vaders zondagsrietje en
begon, met opgeheven hoofd en koddigen ernst, over en weder te
wandelen, ondertusschen op verzwaarden toon roepende:
"Stil, in de school, of ik zet u in den hoek! Wie zijne les niet kent,
zal noen-overal blijven. Godelieve Wildenslag, let op! Welke letter is
dit?--Goed. En deze? En deze?--Gij kent uwe les; gij zult eene klasse
verhoogen. Keer het blad van uw boek om. Wat staat daar op den tweeden
regel?"
"Da, de, di, do, du, dij!" riep Lieveken.
"Ja, gij kent dit van buiten, ik weet het wel; maar daar, op het
andere blad, daar?"
Het meisje deed een oneindig geweld om de aangewezene lettergreep te
spellen, doch zij geraakte er niet uit.
"Heb moed, let wel op," zei Bavo. "Die dubbele O is lang; en voeg daar
achter nu den klank _ge_ bij, wat hebt ge dan?"
"Oog, oog!" riep Lieveken met zegevierende blijdschap.
"Wel zoo, mijn kind, gij zijt er," juichte de jonge schoolmeester.
"Godelieve Wildenslag krijgt tien goede noten!"
De moeder had dit tooneel glimlachende en met welgevallen afgezien.
Zij scheen eindelijk ontroerd en zeide: "Kinderen lief, gij speelt
daar een schoon en ernstig spel. Zoudt gij gelooven, dat Lieveken
eindelijk nog zou leeren zonder naar de school te gaan?"
De jongen en het meisje bezagen haar met verwondering.
"Het is, zooals ik u zeg," bevestigde zij. "Waarom verwondert het u?
Ziet eens, Lieveken, zonder het te weten, kent al hare letters en zij
begint reeds te spellen. Indien Bavo zich wat moeite wilde geven, wees
zeker, Lieveken, gij zoudt wel spoedig kunnen lezen."
"Gij zegt het om te lachen, niet waar, bazin Damhout?" murmelde het
meisje twijfelend.
"Zou dit inderdaad mogelijk zijn, moeder lief?" vroeg Bavo, in wiens
|