FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123  
124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   >>   >|  
rover?" vroeg Kitty snel, terwijl zij het hoofd verschrikt ophief. "Waar anders over, als over je kommer?" "Ik heb geen kommer." "Spreek zoo niet, Kitty! Denk je werkelijk, dat ik niets weet? Ik weet alles, en geloof mij, het heeft weinig te beduiden. Wij hebben allen iets dergelijks ondervonden." Kitty zweeg en keek strak voor zich uit. "Hij is niet waard, je om zijnentwil te kwellen," ging Dolly voort, recht op de zaak afgaande. "Ja, omdat hij mij versmaad heeft!" zeide Kitty met sidderende stem. "Och, zeg toch niets meer alsjeblieft." "Wie heeft je dat gezegd? Dat kan niemand zeggen. Ik ben er van overtuigd, dat hij op je verliefd was en het zou gebleven zijn, als...." "Ach, dat medelijden, en al die betuigingen van deelneming zijn het verschrikkelijkst!" riep Kitty plotseling uit. Zij keerde zich op haar stoel om, werd rood, speelde met de vingers en drukte nu met de eene dan met de andere hand tegen den gesp van haar ceintuur. Dolly kende haar zuster; zij wist, dat zij in drift in staat was zich zelf te vergeten en dingen te zeggen, die haar kort daarna berouwden. "Wat? Wat wilt ge me doen gevoelen? Wat?" vroeg Kitty gejaagd: "Dat ik verliefd was op iemand, die niets van mij weten wil, en dat ik uit liefde voor hem zal sterven? En dat zegt nu mijn eigen zuster; zij meent dat ... dat ... zij ... in mijn leed deelt! Ik wil zulk een medelijden, zulk een veinzerij niet!" "Kitty, je zijt onrechtvaardig. Gij meent, dat ge beleedigd zijt, en valt mij nu aan...." "Ik heb je niet beleedigd, maar gij...!" "Integendeel, ik...." haastte Dolly zich te zeggen. Maar Kitty luisterde niet in haar drift. "Er is volstrekt geen grond om te denken dat ik ongelukkig ben en mij te troosten. Ik ben veel te trotsch om ooit iemand te beminnen, die mij niet bemint." "Dat zegt immers ook niemand.... Maar toe, zeg mij nu eens oprecht," smeekte Dolly, Kitty's hand grijpend, "heeft Lewin met je gesproken?..." Het noemen van Lewins naam scheen Kitty alle zelfbeheersching te doen verliezen; zij sprong op, wierp den gesp op den grond en riep met een heftige handbeweging uit: "Wat heeft dat alles met Lewin te maken? Ik begrijp niet, waarom je mij zoo plaagt! Ik heb je al gezegd en herhaal het, dat ik mijn trots heb en dat ik nooit doen zou, wat gij gedaan hebt: tot iemand terugkeeren, die je ontrouw geworden is en een andere bemint. Dat is mij onbegrijpelijk. Gij kunt dat, ik echter niet!" Na die woorden zag z
PREV.   NEXT  
|<   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123  
124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   >>   >|  



Top keywords:

zeggen

 

iemand

 

andere

 
verliefd
 
medelijden
 

bemint

 

zuster

 

gezegd

 
niemand
 

beleedigd


kommer
 

denken

 

sterven

 

ongelukkig

 

troosten

 

veinzerij

 

trotsch

 

Integendeel

 
volstrekt
 

onrechtvaardig


luisterde

 

haastte

 

gedaan

 

herhaal

 

begrijp

 

waarom

 

plaagt

 

terugkeeren

 

woorden

 

echter


ontrouw

 

geworden

 
onbegrijpelijk
 

handbeweging

 

heftige

 

oprecht

 

smeekte

 
grijpend
 
beminnen
 

immers


gesproken

 
zelfbeheersching
 

verliezen

 

sprong

 
scheen
 
noemen
 

Lewins

 

versmaad

 

afgaande

 

anders