ijf-en-veertig kleine afzonderlijke woningen ten behoeve
van oude gehuwde lieden en weduwen, die niet meer werken kunnen; de
eersten ontvangen bovendien eene wekelijksche tegemoetkoming van tien
shillings, en de laatsten van zeven en een halve shilling. Daarbij
heeft hij in zijn testament aan de arbeiders en de armen van Saltaire
een legaat gemaakt van 30.000 pond sterling, waarvan de renten
moeten dienen voor de oprichting van een bibliotheek en een club met
leeskamer, billard en schaakspelen, en tevens ter bestrijding van de
toenemende behoeften der armen. Ook de stad Bradford dankt aan zijne
weldadigheid nog andere inrichtingen van openbaar nut: Sir Titus schonk
haar een klein park van veertien acres aan de oevers der Aire, en droeg
voor eene zeer aanzienlijke som bij voor den aankoop van het Peelepark.
Eere der nagedachtenis van den man, die niet alleen het geluk zijner
familie, maar ook de welvaart van zijn land door zijn rusteloozen en
verstandigen arbeid bevorderd heeft.
Max Wirth. (Ueber Land und Meer.)
Dalmatie.
(Vervolg van bladz. 40).
VI.
Onze kleine karavaan bestaat uit drie karren op lage wielen, zoo als
die in Hongarije en Wallachije gebruikelijk zijn, en waaraan hoegenaamd
geen ijzer gevonden wordt. De mannen liggen bijna allen op het hooi in
de wagens, die door kleine, magere paarden getrokken worden; ettelijke
vrouwen zitten schrijlings te paard. Daar ook ik liever te paard rijd
dan in den wagen te hossen, plaats ik mij in den zadel, een turkschen
zadel, waarin men even gemakkelijk zit als in een leuningstoel. De
pandoeren geleiden ons, en wij trekken het binnenland in.
Het landschap vertoont een eigenaardig karakter, dat zich in een
enkel woord laat samenvatten: het is een onmetelijke steenwoestijn,
slechts hier en daar door vruchtbare velden afgewisseld. De
enkele groenende plekjes uitgezonderd, bespeurt ge, mijlen ver,
niets dan steenen, en geen anderen plantengroei dan een armelijk,
laag, grauwachtig struikgewas, bijna niet van den valen bodem te
onderkennen. Maar ondanks deze somberheid en deze groote armoede,
heeft de natuur van Dalmatie hare schoonheid en bevalligheid. Alles
straalt en schittert; van den blauwen hemel daalt de zonnegloed,
als een stroom van vuur, op den rotsachtigen grond. Wij zijn in de
maand October: eene verkwikkelijke warmte doordringt en koestert ons;
een fijn zilverachtig stof beweegt zich trillend boven den grond en
hult alle voorwerpen in een doorzicht
|