FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115  
116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>   >|  
mme wonen, mits het land van Luik niet meer rustig was, ter oorzake van de ketterij. Zijne vrouw kwam volgeerne mede, omdat de Luikenaars, spotters van nature, lachten met Lamme's lamlendigheid. Lamme ging dikwijls bij Klaas, die sedert hij geerfd had, veel in de taveerne den Blauwen Toren verbleef, alwaar hij eene tafel gekozen had voor zich zelven en zijne gezellen. Aan de naburige tafel zat een man profijtelijk zijn kapperken te drinken; 't was Judocus Grijpstuiver, de gierige deken der vischverkoopers, die niets dan haring at en meer van zijn geld hield dan van zijner ziele zaligheid. Klaas droeg in zijn tassche het stuk perkament, op hetwelk zijn aflaat van tien duizend jaar geschreven stond. Op een avond dat hij met Lamme Goedzak, Jan van Roosebeke en Mathijs van Assche in den Blauwen Toren zat, en Judocus Grijpstuiver er ook was, ging Klaas lustig aan 't drinken; Jan van Roosebeke zegde tot hem: --'t Is zonde Gods van zoo te drinken! Klaas antwoordde: --Voor elk pintje te veel brandt men maar een halven dag. En 'k heb tienduizend jaar aflaat in mijn tassche. Wie wil er honderd jaar, om zonder vrees voor de pijnen der hel, den god Bacchus te dienen? Allen riepen: --Hoeveel vraagt gij er voor? --Eene pinte, antwoordde Klaas, maar honderd vijftig jaar geef ik voor eene portie konijn. En een ieder kwam bij en betaalde aan Klaas pinten, kuite en muskens, hesp en konijn, en voor een ieder sneed hij een stuksken perkament. Doch 't was niet Klaas die alles at en dronk, maar wel Lamme Goedzak, dewelke at dat hij oogenschijnlijk opzwol, terwijl Klaas met zijne waar de taveerne rondging. Grijpstuiver keerde zijn schrokkig gezicht naar hem. --Kunt gij tien dagen missen? vroeg hij. --Neen, antwoordde Klaas, dat is moeilijk om passen. Iedereen lachte, en Grijpstuiver kropte zijne woede op. Toen trok Klaas naar zijne hut, gevolgd door Lamme, die stapte alsof hij wollen beenen aan zijn lijf had. LVII. Rond het einde van heur derde jaar ballingschap, keerde Katelijne te Damme terug naar heur huis. En gedurig sprak zij uitzinnig: "Vuur op het hoofd, de ziele klopt, maakt een gat, zij wil er uit". En altijd vluchtte zij weg, bij het zien van ossen en schapen. En zij zette zich neer op de bank onder de linden achter heure hut, en schudde het hoofd, terwijl zij, zonder ze te herkennen, die van Damme bekeek, dewelke tot elkander lispten: "Daar is de zottinne". Doch reizend over velden en w
PREV.   NEXT  
|<   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115  
116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>   >|  



Top keywords:
Grijpstuiver
 

drinken

 

antwoordde

 
Judocus
 
tassche
 
perkament
 

terwijl

 

zonder

 

dewelke

 

konijn


honderd
 
Roosebeke
 

Goedzak

 

keerde

 

aflaat

 

taveerne

 

Blauwen

 

herkennen

 

stuksken

 

bekeek


schrokkig
 

gezicht

 

missen

 
passen
 

Iedereen

 
moeilijk
 
schudde
 

elkander

 

lispten

 

zottinne


oogenschijnlijk

 

opzwol

 
muskens
 
rondging
 

velden

 
lachte
 

pinten

 

reizend

 

ballingschap

 

Katelijne


altijd

 

vluchtte

 
betaalde
 

gedurig

 
uitzinnig
 
achter
 

linden

 

gevolgd

 
wollen
 

beenen