FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51  
52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   >>   >|  
-hijgend, met klapperende, droge tong wijd-open, en zijn uitpuilende, bloeddoorstriemde oogen staarden met een wreede blikkering in zijn naar de toeschouwers halfomgedraaiden kop. --Ach, 'k vind het toch nog al wried," zuchtte Leontientje zich van het schouwspel afwendend. --Es 't woar?" zeiden de broeders verwonderd, en eenigszins teleurgesteld gingen zij verder met haar in den teer-bloeienden boomgaard wandelen. * * * * * Het werden abnormale, gekke dagen op de ouderwetsche, eertijds zoo rustige, deftige hoeve. 't Gewone, dagelijksch leven was er opgeschorst, er was geen regel noch kalmte meer, alles stond en lag en liep er overhoop. Belzemien slenterde al van den vroegen ochtend, gekleed als een net buitenheertje, over 't erf, Coben had zijn blauwen kiel afgelegd, droeg schoenen in plaats van klompen en zond halve dagen Bruuntje met de paarden 't werk verrichten dat hij vroeger, met jaloerschen naijver, zelf uitvoerde op den akker. Er bestond tucht noch toezicht meer: Bruuntje werd niet nagegaan; Pierken stond soms uren lang te dralen en te gapen, zijn akelig scheel oog gelijk een eigenaardig schuchter beestje onder 't hoekje van zijn neus half weggekropen; de dikke, slonsige meid kreeg bijna iets opruierigs in het geweld waarmede zij haar vaten en haar emmers door elkander rinkelde; en Standje, heelemaal los van alle plichtsbesef, leefde en fuifde maar met Leontientje door, in een voortdurende roes van opgewondenheid. Zoolang het meisje 's ochtends nog niet uit haar kamer was, waren zij geen van drieen uit den boomgaard weg te krijgen. Zij liepen slenterend rond of troepten samen, quasi-gewichtig doende, alsof zij heel ernstige dingen te bedisselen hadden; maar voortdurend weken hun oogen schuins om, naar de gesloten ramen van de "beste kamer", en 't was als een verlichting toen de grijze rolgordijnen, eindelijk opgehaald en de vensters wijd opengeduwd werden. Zij stak haar frisch en vroolijkblozend blonde kopje uit, zij riep! "Bonjour, mon oncle Belzemien! Bonjour, mon oncle Coben! Bonjour, mon oncle Constant!" en wanneer Cordula niet te dicht in de buurt was, schoten zij ijlings toe en kregen ieder door het raam een frisschen ochtendzoen, die dan door heel hun lichaam als het ware suisde en duizelde. Meteen wipte zij vogellicht naar buiten, snoof, als dronken, de heerlijk verkwikkende lentelucht op, holde stoeiend als een kind, onder de bloeiende boomen en langs 't bloei
PREV.   NEXT  
|<   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51  
52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   >>   >|  



Top keywords:
Bonjour
 

boomgaard

 

werden

 
Bruuntje
 
Belzemien
 
Leontientje
 

krijgen

 

duizelde

 

liepen

 

drieen


bloeiende
 
buiten
 

slenterend

 

ochtends

 

doende

 

ernstige

 

dingen

 

gewichtig

 

meisje

 

troepten


Zoolang
 

emmers

 

elkander

 
rinkelde
 

waarmede

 
opruierigs
 
geweld
 

Standje

 

heelemaal

 

voortdurende


Meteen

 

boomen

 
opgewondenheid
 
fuifde
 

leefde

 
plichtsbesef
 

bedisselen

 

suisde

 

ochtendzoen

 

dronken


lentelucht

 

frisschen

 
stoeiend
 

frisch

 
vroolijkblozend
 
blonde
 

Constant

 

wanneer

 
schoten
 

ijlings