FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85  
86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   >>  
e kleine mengeling van water in de melk, van vet in de boter, door een gering, maar aanhoudend te kort geven in maat of in gewicht, allemaal kleingeestig geknoei, dat hij zelf en 's nachts, buiten wete van knechts en meiden, klaarspeelde, wist hij op den duur het baldadig weggegooide opnieuw aan te zuiveren en weer een potje voor een volgende uitspatting te vullen. Toen was hij trotsch dat hij iedereen zoo ongemerkt had beet genomen. Hij voelde als een innerlijke deugd zijn sluwe ruwheid; zijn diepliggende, grijze oogen fonkelden in zijn steenrood gezicht; hij was de sterke, rijke, machtige reus, die al de om hem levende, verachtelijk zwakke en kleine wezentjes, als een zwerm van dwergen en van nietelingen onder de knie had. Tot eensklaps de ziekte. de zwaarknakkende ziekte hem neer kwam slaan! De reus werd zelf een zwakkeling; zijn ijzersterk gestel was eindelijk door het jarenlang baldadig leven ondermijnd! Hij zat daar, bevend, met koortsachtiggloeiende oogen, in den donkersten hoek van zijn haard, als een afgejaagd, in 't achterhol gedreven beest ineengedrongen. Het "woaien" was voor altijd uitgespeeld, hij kon van niets meer genieten en met somberen nijd en afgunst volgde hij gansche dagen, machteloos-razend, het leven van hen die, nog vol jeugd en vol gezondheid, zich om hem heen bewogen en nu ook, wanneer ze wilden, aan zijn jarenlang zoo sterk gevreesden meesterblik konden ontsnappen. Wat kon't hun schelen of hij nu nog raasde en vloekte en ook dreigde met zijn stok! Er zat geen kracht meer in zijn knuisten en zijn beenen waren lam! Dat alles zag en wist en voelde hij, met een hopelooze helderheid, die zijn folteringen nog verergerde; en, in 't besef van het naderend einde, kwam nu ook in hem een vrees op, kwellend en onverjaagbaar: de toenemende, afschuw-wekkende vrees voor straf en boetedoening hiernamaals, gevolg van al het kwaad en onrecht, dat hij gedurende zijn gansche leven had bedreven. Wat al menschen had hij, al die lange jaren, niet mishandeld en bedrogen en bestolen! Zij wisten 't niet, maar Hij, de Groote Rechter, voor wiens troon hij weldra zou verschijnen, die wist alles, en die zou hem rekening vragen en hem tot het einde der eeuwigheid, die geen einde had, in de Hellevlammen doen folteren! Dan zat hij in zijn leunstoel zich te kronkelen, alsof hij de gruwelijke brandpijnen reeds voelde; en zijn koorts-gloeiende oogen spalkten zich van afschuw open en zijn bibberende lippen slaakten heesch
PREV.   NEXT  
|<   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85  
86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   >>  



Top keywords:
voelde
 

afschuw

 

jarenlang

 

ziekte

 

gansche

 

kleine

 

baldadig

 

bewogen

 

hopelooze

 
gezondheid

verergerde

 

folteringen

 

helderheid

 

beenen

 

ontsnappen

 

dreigde

 

schelen

 
raasde
 
vloekte
 
konden

meesterblik

 

knuisten

 

naderend

 

wanneer

 

wilden

 

gevreesden

 

kracht

 

gedurende

 
folteren
 

leunstoel


kronkelen
 
Hellevlammen
 

eeuwigheid

 
rekening
 
vragen
 
gruwelijke
 

bibberende

 

lippen

 
slaakten
 
heesch

spalkten
 

brandpijnen

 

koorts

 
gloeiende
 
verschijnen
 

weldra

 

gevolg

 

onrecht

 

bedreven

 

hiernamaals