FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104  
>>  
elig-bleek in 't schemerachtig zolderlicht, scheef tegen den muur geleund onder de dakpannen, en bleef er staan, tot ze, verkocht, door iemand werd weggehaald. Dan maakte hij er onmiddellijk een nieuwe voor in de plaats. --Och alweer 'n nieuwe deukiste!" klaagde dan zijn vrouw, die dat gezicht zoo akelig vond. "Woarom 'n wacht-e toch niet tot da ze gevroagd worden?" Hij glimlachte vreemd en staarde, sprakeloos, in gedachten. Ginder in de gevangenis, had hij gedurende zeven maanden niets anders dan doodkisten, dan wit-houten arme-menschen-doodkisten gemaakt. Het zat hem in den geest en in de handen. Het was een manie, een obsessie van zijn hersenen geworden. Hij had er gemaakt, zooveel, zooveel dat hij er wel een kerkhofje mee had kunnen vullen. En misschien zag hij het in verbeelding, dat kerkhof, vol, vol met van die lange, smalle, witte kisten onder 't groene gras. --Ge zie wel da ze gevroagd worden; da wordt altijd gevroagd," was eindelijk zijn stilgeheimzinnig antwoord. En meer was er niet uit te krijgen... * * * * * ... 'n Kort, viezig zijstraatje, rechts de hooge, barre muur van het groot heerenhuis; links de vier kleine werkmanswoninkjes met de grijze muurtjes en de groene deurtjes en de groene luikjes, waarvan het tweede nu gesloten is, met het strookruis en den baksteen op den drempel, en de vaal-verkleurde, zwarte vaandels met de doodshoofden en zilveren franjes voor de dichte, groene luikjes... Heel stil, zonder verwijt noch klacht, als een kaars die langzaam uitbrandt, is hij doodgegaan. Wat hij gehad heeft weet niemand, wat hem 't hart verknaagde kent geen mensch. Armoede,... stil verdriet... kwijnende ziekte... wie zal het zeggen? Berouw, meenen de dorpelingen. Maar wat weten de dorpelingen! Hij ligt daar, in een van die wit-houten arme-menschen-kisten, die hij altijd maar op voorhand timmerde, omdat hij er zooveel getimmerd had, en er nog altijd meer moest timmeren... Wat doet nu, in de schemering van 't doodgesloten huisje, de jonge vrouw met het klein kindje? Zit ze daar gebroken-snikkend in het stille, leege kamertje, of dwaalt ze doelloos rond, met uitgeschreide, zwakke oogen, niet wetend wat ze zoekt? Ligt 't kindje zachtjes slapend in zijn wieg? Of speelt het rustig in zijn stoeltje met wat karig speelgoed, dat het in de halve duisternis bijna niet ziet?--Het is er alles zoo stil! Geen klank, geen zucht, geen adem komt naar buiten. Alleen de friss
PREV.   NEXT  
|<   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104  
>>  



Top keywords:
groene
 

altijd

 

zooveel

 

gevroagd

 

kindje

 

worden

 

doodkisten

 

luikjes

 

kisten

 
dorpelingen

gemaakt

 

menschen

 

houten

 

nieuwe

 

Armoede

 

mensch

 

verknaagde

 
verdriet
 
Berouw
 
meenen

zeggen

 

kwijnende

 

ziekte

 

niemand

 

Alleen

 

buiten

 

zonder

 

doodshoofden

 
zilveren
 

franjes


dichte
 
verwijt
 

doodgegaan

 
uitbrandt
 
langzaam
 
klacht
 

gebroken

 

snikkend

 
slapend
 
vaandels

zachtjes
 

stille

 

wetend

 
zwakke
 
uitgeschreide
 

doelloos

 

kamertje

 

dwaalt

 

speelt

 

speelgoed