FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103  
104   >>  
in staat achtten. Deze getuigenissen, gevoegd bij de nogmaals uitdrukkelijk-herhaalde beschuldiging van den aanklager, bleken afdoende. Jules werd tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld en op staanden voet aangehouden. Iedereen, in 't dorp, vond het een welverdiende straf. * * * * * Ik weet niet,--en niemand heeft eigenlijk ooit geweten,--wat aan Jules' hart sinds dat oogenblik geknaagd heeft. Na zeven maanden onberispelijk gedrag werd hij uit de gevangenis ontslagen en kwam op een avond in 't dorpje terug. In het triestig klein huisje met de grijze muren en de dofgroene luikjes vond hij zijn jonge vrouw met een klein kindje, dat in zijn afwezigheid geboren was. --Hier ben ik!" glimlachte hij vreemd-droogjes. En aan zijn vrouwtje, dat zoo bitter schreide, gaf hij 't beetje geld dat hij in de gevangenis verdiend had en nam het kindje op zijn schoot, in lang, verrukt aanstaren. --Hoe hiet het?" vroeg hij zacht, met van ontroering heesche stem. --Jules... Julken," snikte zij. --Julken... Julken..." streelde hij. En hij kittelde de kuiltjes van het wichtje, dat hem even met glanzend-blijde oogjes toelachte... * * * * * Zijn leven werd heel kalm, heel stil, heel eenzaam. Hij werkte gansche dagen, sprak weinig, zat doorgaans, in zijn schaarsche rusturen, droomerig te peinzen en te staren, als verdiept in verre, verre gedachten. --'t Kot he hem goe gedoan," meenden de menschen. "Hij he bereiw, hij es broave geworden." * * * * * Dikwijls heb ik geprobeerd hem aan de praat te krijgen, want zijn geval interesseerde mij en ik was van lieverlede een vreemde sympathie voor hem gaan voelen. Maar nooit is het mij mogen gelukken. Na een paar korte zinnetjes brak hij telkens het gesprek met zwijgen af en over zijn bleeke wangen kwam dan soms als 't ware een teere kleur van pijn of schaamte. Nooit heb ik hem bitter hooren klagen, razen of verwijten doen. Voor vrouw en kind was hij uitnemend zacht en goed. Aan omgang met wie ook, buiten zijn gezin, scheen hij in 't geheel geen behoefte te hebben. Hij was niet bang, hij was niet boos, hij was niet valsch noch nijdig: ik weet niet hoe het met hem was. Alleen was er iets vreemd, iets macabervreemds aan hem. Altijd had hij, op den zolder waar hij nu gansche dagen timmerde, kant en klaar eene wit-houten doodkist, een armemenschen-doodkist staan. Zij stond daar, griez
PREV.   NEXT  
|<   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103  
104   >>  



Top keywords:
Julken
 

kindje

 

doodkist

 

gansche

 

gevangenis

 

vreemd

 

bitter

 

zwijgen

 

gesprek

 
telkens

zinnetjes

 

gelukken

 

bereiw

 

menschen

 

broave

 

geworden

 

meenden

 
gedoan
 
verdiept
 
gedachten

Dikwijls

 

geprobeerd

 

vreemde

 

lieverlede

 

sympathie

 

interesseerde

 

krijgen

 

bleeke

 
voelen
 

valsch


nijdig
 
geheel
 

scheen

 
behoefte
 
hebben
 
Alleen
 

timmerde

 

macabervreemds

 
armemenschen
 
Altijd

zolder
 

buiten

 

houten

 
schaamte
 
hooren
 

klagen

 

omgang

 

uitnemend

 

verwijten

 

wangen