FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89  
90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   >>  
steeds bleef Teum, gansch zwart nu in zijn zwarten hoek, roerloos en sprakeloos luisteren. Het werd benauwend en een vreemd gevoel van angst bekroop van lieverlede het oude ventje. Hij zag alleen nog, vaag in de vale schemering van het uitstervend vuur, Teums onbewegelijke, stokkerige, grijs-gekousde enkels en zijn bleeke klompen. De oude klok tikte nu overluid in de doodstille, donkere keuken en geheimzinnige schaduwen schenen laag over den vloer en om de wanden langzaam heen en weer te kruipen. Jantje werd bang. Zijn keel was droog, het duizelde in zijn hoofd, hij voelde zich onwel worden. Even staarde hij verwilderd en radeloos om zich heen; en eensklaps stond hij op en vroeg met een bedeesd-bevende stem, die als een vreemden wanklank door de doodsche stilte galmde: --Hawel, boas, lijk of ik ou zegge: da es alles. 't Wor loat en donker. Mag ik nou wiggoan?" Geen antwoord. Stom en roerloos bleef Teum in zijn leunstoel weggezonken, als had hij Jantje's schuchtere woorden niet gehoord. --Boas!... boas...!" herhaalde Jantje met een plotseling ontstelde stem, waarvan de klank hem zelf deed schrikken. En sidderend naar den haard toe gaande, raakte hij Teum even met zijn aarzelende vingers aan. Achter een der kleine raampjes, daarbuiten, vertoonde zich, nog nauwelijks zichtbaar, de donkere silhouet der huismeid, die, met de beide handen trechtervormig naast haar oogen, peilend naar binnen staarde. --Meelnie! Meelnie!" gilde Jantje, door doodsangst bevangen. --Wa schilt er dan?" vroeg de meid binnenkomend. --Meelnie! Meelnie! Kijkt-e kier. Toe, steekt de lucht aan en kijkt-e kier!" hijgde Jantje. De meid deed haastig een klein lampje branden en kwam er mee bij den haard. --Och Hiere God!" schrikten zij beiden achteruit. De armen slap over de leuning van zijn stoel, het hoofd scheef op den rechterschouder, het aangezicht vertrokken en verkleurd, den mond half open en de oogen toe, zat Teum in neergezakte houding naast het uitgebrande haardvuur... dood. VI. DE STIER. Het herbergje van 't Kuipken en de Stier stond dichtbij 't eene uiteinde van 't dorp, op den zoogenoemden "Dries", een pleintje, waar de straatweg, zich in tweeen splitsend, een soort rechthoek vormt, in west-en-noordelijke richting. Wie langs een van die twee wegen in het dorpje aankwam, liep om zoo te zeggen vanzelf in het herbergje binnen. 't Was een eenvoudig witgeverfd huisje met groene luiken, smal maar nog al hoog, dri
PREV.   NEXT  
|<   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89  
90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   >>  



Top keywords:
Jantje
 

Meelnie

 

herbergje

 

roerloos

 

binnen

 

donkere

 

staarde

 

haastig

 

hijgde

 
zeggen

binnenkomend

 

steekt

 

branden

 

schrikten

 

lampje

 

schilt

 

huismeid

 
handen
 
huisje
 
trechtervormig

silhouet

 

zichtbaar

 

vertoonde

 

luiken

 

nauwelijks

 

groene

 

doodsangst

 

bevangen

 
witgeverfd
 

eenvoudig


peilend
 
vanzelf
 

rechthoek

 
splitsend
 
haardvuur
 
neergezakte
 

houding

 

uitgebrande

 
tweeen
 
uiteinde

pleintje
 

zoogenoemden

 

dichtbij

 
straatweg
 
Kuipken
 

daarbuiten

 

dorpje

 

scheef

 

leuning

 

beiden