n blijmoedig en wel te pas,
dan zal ik mijn edel ambt nederleggen, mij onbekwaam oordeelende
langer in de keuken te tronen. Zoo helpe mij God en zijne santen in
deze wereld en ook in de andere!
--Leve onze kok, riepen zij, de koning der keuken, de keizer der
stoverije. 's Zondags krijgt hij drij portien in stede van twee!
En Lamme werd kok op den Briel. En terwijl zijn lekkere soep op het
vuur stond, ging hij fier, met den pollepel op den schouder, eene
handwijl aan de keukendeur staan.
En 's Zondags kreeg hij zijne drij portien.
Als de Geuzen met den vijand handgemeen werden, bleef hij geerne
in zijne braderij; doch van tijd tot tijd klom hij naar boven, om
eenige malen zijne bus af te vuren, na hetwelk hij schielijk weer
naar beneden ging, om op zijne gerechten te passen.
Als een trouw kok en een dapper soldaat, werd hij hertelijk bemind
door een iegelijk.
Maar niemand mocht in zijne keuken komen. Want dan werd hij uiterst
grammoedig, en sloeg hij met zijnen pollepel gelijk de duivel op
Geeraard.
En wederom werd hij geheeten: Lamme de Leeuw.
XIV.
Bij zonneschijn, bij regen, bij sneeuw, bij hagel, 's winters en
's zomers, dobberen de schepen der Geuzen op het ruime sop.
Alle zeilen bijgezet, gelijk zwanen, blanke zwanen der vrijheid.
Wit voor de vrijheid, blauw voor de grootheid, oranje voor den Prins,
is de standaard der fiere bodems.
Alle zeilen bijgezet! alle zeilen bijgezet, varen de wakkere schepen;
de golven klotsen er tegen, de baren besproeien ze met schuim.
Zij varen, zij wiegen, zij vliegen op den stroom, de fiere schepen
der Geuzen, met de zeilen in 't water, snel als de wolken gejaagd
door den Noordenwind. Hoort gij hoe hun voorsteven klieft door de
baren? God der vrije mannen, vive le Geus!
Huiken, vliebooten, boeiers, poonen, vlug als de wind, die het orkaan
met zich voert: als de wolk, die den bliksem met zich draagt. Vive
le Geus!
Boeiers en poonen, platboomde vaartuigen glijden op den vloed. De
golven zuchten onder hunne kiel, als zij recht voor zich stevenen, met
den moorddadigen muil hunner slang open op de voorplecht. Vive le Geus!
Alle zeilen bijgezet! alle zeilen bijgezet, varen de wakkere schepen;
de golven klotsen er tegen, de baren besproeien ze met schuim.
Bij dag en bij nacht, bij regen, bij hagel en sneeuw, varen zij
op de wateren. Christus lacht hen toe in de wolk, in de zon, in de
sterre. Vive le Geus!
XV.
De bloedige koning kreeg ti
|