FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395  
396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   >>   >|  
n nog in onze macht niet. Doch alles komt op tijd voor geduldige klingen.... Vive le Geus! ... Laat ons Spaanschen wijn drinken! Laat ons drinken uit de kelken, uit dewelke zij het bloed van de slachtoffers dronken: Wij gaan langs de Zuiderzee, langs stroomen, rivieren en vaarten; wij hebben Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland; wij zullen ook Oost- en West-Friesland nemen; Brielle zal de wijkplaaats wezen voor onze vloot, de bakermat der vrijheid.... Vive le Geus! ... Hoor, Vlaanderen, geliefde vadergrond, hoor den kreet van wrake weerklinken! Men slijpt de wapenen, men zet de zweerden aan op den steen. Allen bewegen zich, trillen als de snaren eener harp bij den warmen ademtocht, adem van de zielen, die stijgt uit de putten, uit de brandstapels, uit de bloedige lijken der slachtofferen. Allen: Henegouwen, Brabant, Luxemburg, Limburg, Namen, Luik, de vrije, vurige stede, allen! Het bloed kiemt en rijst. De oogst is rijp voor de zeis.... Vive le Geus! ... Aan ons de Noordzee, de wijde zee van het Noorden! Aan ons de goede kanonnen, de slanke schepen, het stoutmoedige heir van de dappere zeelieden: edelen, poorters en arbeiders, die de vervolging ontvluchten. Aan ons, allen, die vereenigd opstaan voor het werk van de vrijheid.... Vive le Geus! ... Waar zijt gij, Philippus, bloedige koning? Gedekt met den heiligen hoed,--geschenk van den paus,--vloekt en tiert gij. Slaat op de trom van vreugde!... Vive le Geus! Laat ons drinken! ... De wijn stroomt in de gouden kelken. Drinkt blijde een heildronk. De priesterkleeren, dewelke die ruwe mannen bedekken, zijn nat van het roode druivensap; de Roomsche banieren wapperen in den wind. Eeuwige muziek! komaan, pijpen, doedelzakken, trommels, zingt nu de lofzang der zege.... Vive le Geus! XVII. Toen was men in de Wintermaand, dat is de maand van de wolven. Een scherpe regen viel als naalden in den vloed neder. De Geuzen kruisten in de Zuiderzee. Bij trompetgeschal ontbood messire de admiraal op zijn schip de gezagvoerders der hulken en vliebooten, en samen met hen ook Uilenspiegel. --Nu, zei de admiraal, eerst tot dezen sprekend, de Prins wil uw goede en trouwe diensten erkennen en benoemt u tot gezagvoerder op het vaartuig den Briel. Hier hebt gij uwe aanstelling op perkament. --God zegene U, heer admiraal, antwoordde Uilenspiegel; ik zal zoo goed gezag voeren als mij mogelijk is, en aldus gezag voerende, hoop ik wel, met Gods hulp, Spanje het gezagvoer
PREV.   NEXT  
|<   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395  
396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   >>   >|  



Top keywords:

admiraal

 

drinken

 

bloedige

 
Holland
 

vrijheid

 
Uilenspiegel
 

kelken

 
Zuiderzee
 

dewelke

 
pijpen

muziek

 
Eeuwige
 
doedelzakken
 
komaan
 

voerende

 
Wintermaand
 

wolven

 

lofzang

 

trommels

 
vreugde

stroomt

 

gouden

 
Drinkt
 

Spanje

 

gezagvoer

 

vloekt

 

blijde

 

druivensap

 

Roomsche

 

banieren


bedekken

 

heildronk

 

priesterkleeren

 
mannen
 

wapperen

 

naalden

 
erkennen
 

diensten

 
benoemt
 

trouwe


sprekend

 
gezagvoerder
 

vaartuig

 
perkament
 

zegene

 

antwoordde

 
aanstelling
 

kruisten

 

Geuzen

 

trompetgeschal