nderbussen, uw zingenden
kapitein, uw heiligschennende halvemanen, ja! tot in het diepste
van den onpeilbaren bodem van het rijk Satans, waar gijlie niet
zult branden, o neen! maar vervriezen, beven en sterven van koude,
de eeuwigheid der eeuwigheden lang. Ja, de God des hemels zal aldus
het vuur uitdooven van uwen goddeloozen haat tegen Onze Zoete Moeder,
de Heilige Roomsche Kerk, tegen de genadige santen, de eerwaarde
bisschoppen en de gezegende plakkaten, die zoo zachtmoedig en wijselijk
uitgedacht zijn. Ja, en van het hoogste des hemelrijks zal ik u zien,
paars lijk beeten, of wit lijk rapen, van koude. Zoo zij en zoo weze!
De matrozen, soldaten en scheepsjongens spotten met hem en schoten,
met blaaspijpen, droge erwten naar hem. En met zijne handen beschermde
hij zijn gelaat tegen die kogels.
II.
De bloedige hertog had onze landen verlaten, en de heeren Medina Celi
en Requesens regeerden ze met minder wreedheid. Vervolgens bestuurden
de Staten-Generaal, in naam van den koning.
Die van Zeeland en Holland, bevoordeeld door de zee en de dijken,
die hun natuurlijke wallen en vestingen zijn, openden ondertusschen,
aan den God der vrijen, vrije tempelen, alwaar de paapschgezinde
beulen naast hen hunne lofzangen konden aanheffen; en de Prins van
Oranje, de edele Zwijger, hield zich druk bezig met het stichten van
een stadhouderlijk en koninklijk huis.
Belgieland werd verwoest door de Walen, die ontevreden waren over
de Pacificatie van Gent, dewelke, naar men zeide, allen haat moest
uitdooven. En die Waalsche Paternosterknechten, met groote zwarte
rozenkransen om den hals, van dewelke tweeduizend te Spienne,
in Henegouw, werden gevonden, stalen twaalfhonderd, ja, tot twee
duizend ossen en peerden, onder de beste, trokken door velden en
sompen, ontvoerden vrouwen en meidekens, aten steeds zonder betalen,
en verbrandden in de schuren de gewapende boeren, die niet gedwee de
vrucht van hunne noeste vlijt lieten rooven.
En die van het volk zeiden tot elkander: "Don Juan gaat komen
met zijne Spanjolen, en Zijne Groote Hoogheid zal komen met zijne
paapschgezinde Franschen: en de Zwijger, dewelke gerust over Holland,
Zeeland, Gelderland, het Sticht, Overijsel wil heerschen, staat bij
geheime overeenkomst Belgieland af, opdat de heer van Anjou koning
kunne worden van hetzelve".
Eenigen uit het volk behielden nochtans hun vertrouwen. "De heeren
der Staten, zeiden zij, hebben twintig duizend goed gewapende manne
|