FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423  
>>  
an Gods! zeide Lamme, ik ken hem: het was de man van vuilnis en vuigheid. Wat rampspoed! mijn schoon Kalleken gevallen in de handen van dien ontuchtigen vuilbaard! Nader mij niet, of ik dood u; en ik, die heur zoozeer beminde! mijn arm bedrogen hert, dat ganschelijk heur was! Wat komt gij hier doen op onze schepen? waarom hebt gij mij opgepast? waarom liet ge mij niet sterven? Ga heen, ik wil u voor mijne oogen niet meer zien; ga heen, of ik smijt u in de zee. Mijn mes!... Doch zij vloog om zijnen hals en sprak: --Lamme, mijn man, ween niet: ik ben niet wat gij denkt: ik behoorde nooit aan dien monnik. --Gij liegt, zeide Lamme weenend en knarsetandend tegelijk. Ha! nooit was ik jaloersch, doch nu ben ik het! Ongelukkige drift, grammoedigheid en liefde, behoefte aan dooden en worgen. Uit mijne oogen! neen, blijf! Ik was zoo goed voor heur! De moordlust is meester in mij. Mijn mes! Ho! hier brandt, verteert, knaagt iets in mij; gij spot met mij.... Zoet en onderdanig, omhelsde zij hem weenend. --Ja, zeide hij, ik ben belachelijk met mijne gramschap: ja, gij bewaardet mijne eer, die eer, die men dwaselijk hangt aan den rok eener vrouw. Daarom was het dus, dat gij uw zoetste lonkjes koost om mij te vragen of gij met uwe vriendinnen naar het sermoen mocht gaan? --Laat mij spreken, zei de vrouw hem omhelzend: ik mag op staanden voet doodvallen, zoo ik u ooit bedroog. --Wel, val dan dood, zeide Lamme, want gij gaat liegen! --Luister, zeide zij. --Spreek of zwijg, sprak Lamme, 't is mij eender. --Broer Adriaensen, zeide zij, ging door voor een bespraakt predikant; hij stelde den geestelijken en den ongehuwden staat verre boven den anderen, als best geschikt om de geloovigen in het hemelrijk te brengen; zijne welsprekendheid was groot en onstuimig: daardoor bracht hij het verstand op hol van meerdere eerlijke vrouwen, onder dewelke ik telde, en ook van een groot aantal weduwen en meidekens. Vermits de ongehuwde staat zoo volmaakt was, bezwoer hij ons in denzelven te blijven: wij zwoeren, dat wij ons nimmermeer zouden laten trouwen.... --Behalve door hem ... zei Lamme weenend. --Zwijg toch, zeide zij grammoedig. --Komaan, sprak hij, voltooi uw werk: gij hebt mij een harden slag toegebracht, ik zal hem niet overleven. --'t Doet, zeide zij, zoo ik altijd bij u blijf, man. Zij wilde hem omhelzen en kussen, maar hij stiet heur van zich af. --De weduwen, zeide zij, zwoeren voor hem, nooit te zullen h
PREV.   NEXT  
|<   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423  
>>  



Top keywords:

weenend

 

weduwen

 

zwoeren

 

waarom

 

anderen

 

doodvallen

 
geloovigen
 

hemelrijk

 
brengen
 

geschikt


omhelzend

 
bedroog
 
staanden
 
geestelijken
 

Spreek

 
Luister
 

liegen

 
Adriaensen
 

bespraakt

 

eender


ongehuwden
 

stelde

 

predikant

 

ongehuwde

 

harden

 

toegebracht

 

overleven

 

voltooi

 
grammoedig
 

Komaan


altijd

 

zullen

 

kussen

 

omhelzen

 

Behalve

 

trouwen

 

vrouwen

 

eerlijke

 
dewelke
 
meerdere

onstuimig
 

daardoor

 
bracht
 
verstand
 

aantal

 
blijven
 

nimmermeer

 

zouden

 

denzelven

 
bezwoer