FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   >>  
dend in tranen, viel de Traagheid van vermoeienis op heure knieen; vervolgens kwam de magere Nijd, met een slangekop en hoektanden, die de Traagheid beet omdat zij te veel heur gemak zocht, de Gramschap omdat zij te levendig was, de Gulzigheid omdat zij te veel gegeten had, de Onkuischheid omdat zij te rood was, de Gierigheid ter oorzake van de schalen, de Hooveerdigheid omdat zij een purperen kleed en op het hoofd eene kroon droeg. En de dwaallichtjes dansten rondom hen. En, sprekend met stemmen als van kermende mannen, vrouwlieden, meidekens en kinderen, zeiden zij zuchtend: --Hooveerdigheid, bron van heerschzucht, Gramschap, moeder der wreedheid, gij dooddet ons op slagveld, in gevangenis en door marteling, om uwe schepters en kronen te behouden! Nijd, gij vernieldet in hunne kiem velerlei edele en nuttige denkbeelden: wij zijn de zielen van de verdrukte uitvinders; Gierigheid, gij veranderdet in goud, het zweet en het bloed van het arme volk: wij zijn de geesten van de zwoegers, uwe slachtofferen; Onkuischheid, gezellin en boelin van den Moord, die samen Nero, Messalina en Philippus, koning van Spanje, verwektet, gij koopt de deugd om en betaalt de verleiding; wij zijn de zielen der dooden; Traagheid en Gulzigheid, gij bevuilt en onteert de wereld: wij moeten u van haar verjagen, wij zijn de zielen der dooden. En men hoorde eene stem zeggen: Onder den mesthoop kiemt de plant. Is zeven slecht, zeven is goed. Bij dwaze doctoren, leerlingen vroed; Om asch te krijgen en tevens kool Wat doet een vlooken op den dool? En de dwaallichtjes zeiden: --Wij zijn het vuur, de weerwraak van de oude tranen, de smerten van het gemeen; de weerwraak op de heeren, die joegen op menschelijk wild; de weerwraak van de onnutte gevechten, van het in de gevangenissen vergoten bloed, van de levend verbrande mannen, de levend begraven vrouwlieden en meidekens; de weerwraak van het akelig en bloedig verleden. Wij zijn het vuur, wij zijn de zielen der dooden! Bij die woorden werden de Zeven veranderd in houten standbeelden, waarbij zij hunne vroegere gedaante behielden. En eene stem zeide: --Uilenspiegel, verbrand het hout. En Uilenspiegel, zich naar de dwaallichtjes wendend, zeide: --Gij, die het vuur zijt, verricht uwe taak. En de dwaallichtjes omringden in groote menigte de Zeven, welke verbrandden tot assche. En het bloed vloeide bij stroomen. En uit de assche kwamen zeven andere be
PREV.   NEXT  
|<   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   >>  



Top keywords:

weerwraak

 

zielen

 

dwaallichtjes

 

Traagheid

 

dooden

 

Uilenspiegel

 
mannen
 

Hooveerdigheid

 
levend
 

zeiden


vrouwlieden

 
meidekens
 
Gramschap
 
Gulzigheid
 

tranen

 
Onkuischheid
 

assche

 
Gierigheid
 

tevens

 

krijgen


vlooken
 

vloeide

 

leerlingen

 

stroomen

 

mesthoop

 

zeggen

 

verjagen

 

hoorde

 
kwamen
 

doctoren


andere

 

slecht

 

heeren

 

houten

 

standbeelden

 

waarbij

 

veranderd

 

woorden

 
werden
 
vroegere

gedaante
 

verbrand

 
wendend
 
verricht
 

behielden

 
verleden
 

bloedig

 

onnutte

 

menschelijk

 
joegen