FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   >>  
elden te voorschijn; het eerste zeide: --Ik was Hooveerdigheid, nu heet ik edele Fierheid. De anderen spraken ook, en Uilenspiegel en Nele zagen Zuinigheid komen uit Gierigheid, Levendigheid uit Gramschap, Eetlust uit Gulzigheid, Wedijver uit Nijd, Droomerij van dichters en denkers uit Traagheid. En de Onkuischheid, op hare geit, veranderde in een schoone vrouw, die Liefde hiet. En de dwaallichtjes dansten een blijden dans rondom dezelve. Uilenspiegel en Nele hoorden toen duizend heldere, grinnikende stemmen van verborgen mannen en vrouwen, die zongen: Als over land en wateren Die Zeven, hervormd, zullen heerschen, Menschen, hoofden hoog! 't Is het heil der wereld. En Uilenspiegel zeide: --Nele, die geesten spotten met ons. Maar een machtige hand greep Nele bij den arm en wierp heur in het luchtruim. En de geesten zongen: Raakt het Noorden, Kussend het Westen, Rampspoed is uit. Vind de Zeven En den Gordel. --Laas, zeide Uilenspiegel: Noord, West en Gordel.... Gij spreekt wel raadselachtig, heeren Geesten. En grinnikend zongen zij: 't Noorden is Nederland, Belgie 't Westen. Gordel is vriendschap, Gordel verbond. --Dat is wijs gesproken, heeren Geesten, zeide Uilenspiegel. En grinnikend zongen zij nog: De gordel, arme, Om Neerland en Belgie, Zal vriendschap wezen, Vroom verbond. Met raad En daad, Met dood En bloed, Als 't moet, Was de Schelde daar niet, Arme, de Schelde. --Laas, zei Uilenspiegel, dat is dus ons veelbewogen leven: tranen van 't menschdom en spotternij van 't lot. Grinnikend hernamen de geesten: Verbond Met bloed En dood, Was de Schelde daar niet! En een machtige hand greep Uilenspiegel en smeet hem in het luchtruim. X. Toen Nele ten gronde te recht kwam, zag zij niets anders meer dan de zonne, die opstond te midden van de gulden dampen, de toppen der grashalmen, die insgelijks als in goud gedoopt waren, en den zonnestraal, die de veeren der slapende meeuwen kleurde. Maar de meeuwen ontwaakten weldra. Vervolgens bekeek Nele zich zelve, zij zag, dat ze naakt was, en ze trok in der haast heure kleederen aan; vervolgens zag zij Uilenspiegel, insgelijks naakt, en zij bedekte hem; zij dacht, dat hij sliep, en zij schudde hem; maar hij verroerde zich niet meer dan een doode; zij werd van schrik bevangen.
PREV.   NEXT  
|<   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   >>  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

zongen

 

Gordel

 

Schelde

 

geesten

 

luchtruim

 
insgelijks
 

meeuwen

 
Westen
 

machtige


Noorden

 
grinnikend
 
Geesten
 
heeren
 

verbond

 
Belgie
 

vriendschap

 
tranen
 

spotternij

 

menschdom


Neerland
 

Grinnikend

 

veelbewogen

 

gronde

 

kleederen

 

bekeek

 

kleurde

 

ontwaakten

 
weldra
 

Vervolgens


vervolgens

 

schrik

 

bevangen

 

verroerde

 

bedekte

 

schudde

 

slapende

 

veeren

 
anders
 
gordel

Verbond
 

opstond

 
gedoopt
 
zonnestraal
 

grashalmen

 
midden
 

gulden

 

dampen

 

toppen

 
hernamen