FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402  
403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   >>  
men aan boord van de schepen met wijn, met vleesch en met gevogelte. En Uilenspiegel zeide: --Vive le Geus! Blaas maar aan, scherpe Noordenwind, wij zullen de lucht met onzen adem verwarmen. Ons hert is van vuur voor het vrije geweten, van vuur onze maag voor het gebraad van den vijand. Laat ons wijn drinken, dat is de melk van de dapperen. Vive le Geus! Nele dronk ook uit een grooten gouden beker; zij bloosde van koude, doch blijde bespeelde zij de pijp. En ondanks de koude, aten en dronken de Geuzen juichend en vroolijk op het dek van de schepen. XVIII. Eensklaps zag heel de vloot op den oever zwarte drommen, onder dewelke toortsen flikkerden en wapens glinsterden; vervolgens werden de toortsen uitgedoofd, en heerschte volledigste duisternis. De bevelen van den admiraal werden overgebracht, het sein tot waakzaamheid gegeven, en alle de vuren uitgedoofd; matrozen en soldaten gingen, met bijlen gewapend, op hun buik op het dek liggen. De wakkere kanonniers, met hunne lont in de hand, waakten omtrent de donderbussen, dewelke geladen waren met zakken kruit en met kettingkogels. Zoodra de admiraal en de kapiteins zouden roepen: "Honderd passen!"--wat de stelling van den vijand aanwees,--moesten zij vuren van voren, van achterboeg of van boord, naarvolgens hunne stelling op het ijs. En men hoorde de stem van messire Worst, dewelke sprak: --Ter dood, hij die luide durft spreken! En de kapiteins zeiden hem na: --Ter dood, hij die luide durft spreken! Het uitspansel was vol sterren, doch zonder maan. --Hoort gij, zeide Uilenspiegel tot Lamme stil als de adem van een spook. Hoort gij de stem van die van Amsterdam, en het ijzer hunner schaatsen krassen op 't ijs? Zij rijden snel. Men hoort hen spreken. Zij zeggen: "Die luie Geuzen liggen te slapen. Aan ons de schat van Lissabon". Zij steken hunne toortsen weer aan. Ziet gij hunne bestormingsladders en hunne leelijke tronies, en de breede linie van hun aanvalsfront? Zij zijn duizend en meer. --Honderd passen! riep messire Worst. En men hoorde een geluid als van een donder, en een jammerlijk gehuil op het ijs. --Tachtig kanonnen bulderen tegelijk! zeide Uilenspiegel. Zij vluchten! Ziet gij de toortsen verwijderen? --Achtervolgt ze! zeide admiraal Worst. --Achtervolgt! zeiden de kapiteins. Maar de vervolging duurde niet lang, daar de vluchtelingen honderd passen voor waren en liepen als hazen. En op de mannen, die kermden en reutelden
PREV.   NEXT  
|<   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402  
403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   >>  



Top keywords:

toortsen

 
kapiteins
 
spreken
 

dewelke

 

passen

 

admiraal

 

Uilenspiegel

 

werden

 

zeiden

 

liggen


Geuzen

 
vijand
 

Honderd

 
stelling
 
uitgedoofd
 

messire

 

hoorde

 

Achtervolgt

 

schepen

 

Amsterdam


schaatsen

 

hunner

 

krassen

 

uitspansel

 

sterren

 
zonder
 

vluchten

 

tegelijk

 

verwijderen

 
bulderen

kanonnen

 

donder

 

jammerlijk

 

gehuil

 
Tachtig
 

vervolging

 

duurde

 
mannen
 

kermden

 

reutelden


liepen
 

honderd

 

vluchtelingen

 

geluid

 

slapen

 

naarvolgens

 

zeggen

 

Lissabon

 

steken

 
aanvalsfront