geheel kon men in 1837, zooals het door de Valbezen in zijne
Nieuwe studieen over de Engelschen en Indie, een zeer merkwaardig werk,
met groote nauwkeurigheid wordt vastgesteld, de gansche macht der
drie presidentschappen, schatten op twee honderd duizend inlandsche
troepen en op vijf en veertig duizend Europeesche.
Nu maakten de Sipayers wel is waar een geregeld corps uit, door
Engelsche officieren gekommandeerd, maar zij koesterden toch altijd een
stille neiging om het harde juk der Europeesche discipline, hun door
de veroveraars opgelegd, af te schudden. Reeds had in 1806, misschien
zelfs op aanstoken van den zoon van Tippo Sahib, het garnizoen van het
inlandsche leger van Madras, gekantonneerd te Vellore, de hoofdwacht
van het 69e regiment der koninklijke armee vermoord, de kazernen in
brand gestoken, de officieren en hunne families omgebracht en de zieke
soldaten tot in het hospitaal doodgeschoten. Wat was de oorzaak van
dezen opstand geweest,--de schijnbare oorzaak, althans? Een voorgewende
quaestie van knevels, van kapsel en oorringen, maar eigenlijk was
het de haat der veroverden tegen de veroveraars.
Deze eerste opstand werd spoedig in de geboorte gestikt door de
koninklijke troepen, die te Ascot gekantonneerd waren.
Een dergelijke reden,--ook een voorwendsel,--was evenzeer de aanleiding
tot de eerste oproerige beweging van 1857,--een nog veel geduchter
opstand, die voor altijd de Engelsche macht in Indie zou vernietigd
hebben, indien de inlandsche troepen van de presidentschappen van
Madras en Bombay er aan deel hadden genomen.
Alvorens evenwel verder te gaan, moet vermeld worden, dat deze
opstand niet nationaal was. De Hindoes van het land en der steden,
dat is zeker, stelden er niet het minste belang in. Bovendien bepaalde
hij zich tot de half onafhankelijke Staten van Centraal-Indie, tot
de provincies van het noordwesten en het koninkrijk Oude. Pendjab
bleef den Engelschen getrouw met zijn regiment van drie escadrons
uit den Indischen Caucasus. Ook de Sikhs, deze werklieden van lagere
kaste, die zich inzonderheid bij het beleg van Delhi onderscheidden;
getrouw ook de Gourgkhas, ten getale van twaalfduizend naar het beleg
van Lucknow gevoerd door den rajah van Nepaul, getrouw eindelijk
de Maharajahs van Gwalior en van Pattyalah, de rajah van Rampore,
de Rani van Bhopal, getrouw aan de wetten van de militaire eer en
om de gewone uitdrukking, in zwang onder de inboorlingen van Indie,
te gebruiken "getr
|