, Aureng-Zeb. Eindelijk had hij de beroemde groep holen bereikt,
die hun naam ontleend hebben aan het kleine dorp bij Ellora.
De heuvel, waarin die holen ten getale van een dertigtal gegraven
zijn, heeft de gedaante van een halve maan. Vier tempels, vier en
twintig bouddhisten-kloosters, eenige minder belangrijke grotten,
zijn de monumenten van de groep. De basaltgroeve is rijkelijk
door menschenhanden geexploiteerd. Maar niet om de kunststukken,
hier en daar over de onmetelijke oppervlakte van het schiereiland
verspreid, hebben de hindostansche bouwkundigen in de eerste eeuwen der
christelijke jaartelling er de steenen uitgegraven. Neen! die steenen
zijn alleen daarom weggenomen om ledige ruimten in de hoofdmassa
te maken en het zijn deze ruimten, die, al naar hunne bestemming,
"chaityas" of "viharas" geworden zijn.
De zonderlingste dezer tempels is voorzeker die der Kailas. Men stelle
zich een blok voor van honderd twintig voet hoog, bij een omtrek
van zes honderd voet. Dit blok heeft men stoutweg in den berg zelven
uitgesneden en te midden van een plein van drie honderd zestig voet
lang en honderd zes en tachtig breed afgezonderd,--een plein, verkregen
ten koste van de basaltmassa. Toen nu eenmaal dit blok op deze wijze
was vrijgemaakt, hebben de architecten het uitgehouwen, evenals een
beeldhouwer een stuk ivoor. Uitwendig hebben zij kolommen uitgesneden,
kleine pyramiden gebeeldhouwd, koepels vervaardigd, zooveel van de
rots gespaard als noodig was om de bas-reliefs goed te doen uitkomen,
meer dan levensgroote olifanten voorstellende, die het geheele gebouw
schijnen te dragen; inwendig hebben zij een groote zaal uitgehouwen,
omgeven met kapellen en waarvan het gewelf op kolommen rust, die
van de geheele massa zijn afgezonderd. Eindelijk hebben zij van dit
uit een steen gemaakte kunstwerk een tempel vervaardigd, die in de
eigenlijke beteekenis van het woord niet "gebouwd" is geworden, maar
een tempel eenig op de wereld en die waardig is mede te dingen met de
bewonderenswaardigste gebouwen van Indie en zeer goed de vergelijking
kan doorstaan met de onderaardsche begraafplaatsen van het oude Egypte.
Deze tempel, nu bijna verlaten, is als alle aardsche dingen, niet
door den tijd gespaard. In sommige gedeelten begint hij reeds
te vervallen. Zijne bas-reliefs slijten af als de wanden van de
steenen massa, waaruit men ze vervaardigd heeft en toch bestaat dit
kunstgewrocht nog slechts duizend jaren. Maar wat in de wer
|