eenig
commercieel gewicht te herwinnen.
Onze trein kwam dus de stad niet binnen. Hij hield op drie mijlen van
daar, op den weg, bij den ingang van een bosch van waaierpalmen. Toen
het kamp geheel was ingericht, zou men gezegd hebben dat er een
begin van een dorp op deze plaats in aanbouw was. Maar het dorp
was beweeglijk en hernam den volgenden dag, 7 Mei, den afgebroken
marsch, na een rustigen nacht in onze gemakkelijke en goed ingerichte
vertrekken te hebben doorgebracht.
Gedurende deze halt had Banks de brandstof laten hernieuwen. Alhoewel
de machine weinig verteerd had, was hij er op gesteld dat de tender
altijd zijn vollen last inhield, namelijk water, hout of kolen genoeg
om zestig uren achtereen te stoomen.
Dezen regel bleven kapitein Hod en zijn getrouwe Fox niet in gebreke
op zichzelven toe te passen en hun vuurhaard,--ik meen hun maag,
die een groote verwarmingsoppervlakte aanbood,--was steeds voorzien
van de stikstofrijke brandstof, onmisbaar om de menschelijke machine
goed en lang te laten loopen.
Dezen keer moest de halt langer duren. We zouden twee dagen reizen
en twee nachten rusten, teneinde den 9n Burdwan te bereiken en deze
stad dien dag te bezoeken.
Ten 6 ure 's morgens liet Storr met een scherp, doordringend gefluit
eenigen stoom ontsnappen en den IJzeren Reus een snelleren gang
aannemen dan den vorigen dag.
Gedurende eenige uren hadden wij langs den spoorweg gereden, die
over Burdwan te Rajmahal naar de vallei van den Ganges loopt, dien
hij dan tot aan de andere zijde van Benares volgt. De trein van
Calcutta kwam in volle vaart voorbij. Hij scheen ons uit te dagen
door de bewonderende uitroepen der reizigers. Wij beantwoordden hunne
uitdaging niet. Zij mochten sneller gaan dan wij, gemakkelijker en
aangenamer voorzeker niet!
Het land, dat gedurende die twee dagen doorkruist werd, was
onveranderlijk vlak en daardoor vrij eentonig. Hier en daar werd de
eentonigheid afgebroken door eenige buigzame kokosboomen, die, aan de
andere zijde van Burdwan, eindelijk ook achterbleven. Deze boomen,
tot de groote familie der palmboomen behoorende, bevinden zich bij
voorkeur in de nabijheid der kust en ademen gaarne de zeelucht in,
zoodat men ze in Centraal-Indie te vergeefs zal zoeken. Doch de flora
van het binnenland is er niet te minder belangrijk en rijk om.
Aan elken kant van den weg was het in den eigenlijken zin des woords
slechts een onmetelijk schaakbord van rijstvelden, die zich in het
|