twee maanden oud, die
een prijs stelde op het hoofd van den nabob Nana Sahib en zijne
tegenwoordigheid in het presidentschap van Bombay bekend maakte.
Banks en Hod maakten onwillekeurig een gebaar van teleurstelling. Tot
nog toe was het hun gelukt zoowel te Calcutta als onder de reis,
te beletten dat deze afkondiging onder de oogen van den kolonel
kwam. Een noodlottig toeval had hunne voorzorgen verijdeld!
"Banks," zeide sir Edward Munro, de hand van den ingenieur grijpende,
"je kende deze afkondiging?"
Banks antwoordde niet.
"Je wist, nu al voor twee maanden," hernam de kolonel, "dat de
tegenwoordigheid van Nana Sahib in het presidentschap van Bombay was
aangegeven en je hebt er me niets van gezegd!"
Banks bleef zwijgen, niet wetende wat te antwoorden.
"Welnu, ja, kolonel," riep kapitein Hod uit, "ja, we wisten het,
maar waarom zouden we 't u gezegd hebben? Wie bewijst dat het feit,
door deze afkondiging aangeduid, waar is en waartoe herinneringen
bij u opgewekt, die u zoo smartelijk aandoen?"
"Banks," riep Kolonel Munro uit, wiens gelaat plotseling een geheel
andere uitdrukking aannam, "heb je dan vergeten, dat het mij, mij meer
dan iemand anders, toekomt, dien man te rechten! Weet, dat, zoo ik er
in toegestemd heb Calcutta te verlaten, deze reis mij naar het noorden
van Indie moest terugvoeren, dat ik geen enkelen dag aan den dood van
Nana Sahib geloofd heb, dat ik nooit mijn plicht als handhaver van het
recht vergeten heb! Met u vertrekkende, heb ik slechts een denkbeeld,
een hoop gehad! 'k Heb, om me mijn doel te doen bereiken, gerekend
op de toevalligheden der reis en op de hulp van God! 'k Heb gelijk
gehad! God heeft me voor deze aankondiging geleid! In het noorden
moeten we Nana Sahib niet meer zoeken, maar in het zuiden! Welnu! 'k
Zal naar het zuiden gaan!"
Onze voorgevoelens hadden ons dus niet bedrogen! Het was maar al te
waar! Meer dan ooit werd kolonel Munro beheerscht door een geheime
gedachte of liever een idee fixe. Hij had zich nu geheel aan ons
blootgegeven.
"Munro," antwoordde Banks, "'k heb je wel nergens over gesproken, maar
'k dacht ook volstrekt niet dat Nana Sahib zich in het presidentschap
van Bombay zou ophouden. Het blijkt maar al te zeer, dat de overheid
nogmaals bedrogen is. Inderdaad, de afkondiging is den 6n Maart
gedateerd en sedert dat tijdstip heeft niets de tijding van de
verschijning des nabobs bevestigd."
Kolonel Munro gaf niet dadelijk antwoord op de opmerkin
|