g van den
ingenieur. Hij wierp nog een laatsten blik op den weg en zeide toen:
"Mijne vrienden, 'k zal trachten te vernemen wat er van de zaak is. Mac
Neil is met een brief voor den gouverneur naar Allahabad vertrokken. In
een oogenblik zal ik weten of Nana Sahib zich werkelijk in een van
de provincies van het westen heeft laten zien, of hij er nog of reeds
verdwenen is."
"En zoo hij er gezien is, zoo het feit niet te betwijfelen valt,
Munro, wat denk je dan te doen?" vroeg Banks, die de hand van den
kolonel greep.
"'k Zal vertrekken!" antwoordde sir Edward Munro. "'k Zal overal gaan
waar het in den naam van de opperste gerechtigheid, mijn plicht is
te gaan!"
"Is dat vast beslist, Munro?"
"Ja, Banks, vast. Gij, mijne vrienden, zult uw reis zonder mij
voortzetten.... Heden avond nog ga ik met den trein van Bombay."
"Goed, maar je zult niet alleen gaan!" antwoordde de ingenieur,
zich tot ons wendende. "We vergezellen je, Munro!"
"Ja, ja, kolonel!" riep kapitein Hod uit. "We laten u niet zonder
ons vertrekken! In plaats van op wilde beesten te jagen, zullen we
op schurken jagen!"
"Kolonel Munro," liet ik er op volgen, "u zult me toestaan me bij
den kapitein en uwe vrienden te voegen!"
"Ja, Maucler," antwoordde Banks, "en van avond nog, zullen we allen
Allahabad verlaten hebben...."
"Onnoodig!" sprak een ernstige stem.
We keerden ons om. Sergeant Mac Neil stond voor ons, met een dagblad
in de hand.
"Lees, kolonel," zeide hij. "Dit heeft de gouverneur me verzocht u
te laten lezen."
En sir Edward Munro las het volgende:
"De gouverneur van het presidentschap van Bombay brengt ter
kennisse van het publiek, dat de afkondiging van den 6n Maart
ll., ter zake van den nabob Dandou-Pant, voortaan als nutteloos
moet beschouwd worden. Gisteren is Nana Sahib aangetast in de
bergpassen van Sauptourra, alwaar hij met zijn troep de wijk
genomen had en is in het gevecht gedood. Er valt niet te twijfelen
aan zijn identiteit. Hij is herkend door de inwoners van Cawnpore
en Lucknow. Er ontbrak hem een vinger aan de linkerhand en men
weet, dat Nana Sahib een zijner vingers had afgesneden op het
oogenblik dat hij door een valsche begrafenis aan zijn dood wilde
doen gelooven. Het koninkrijk van Indie heeft dus niets meer te
vreezen van den wreeden nabob, die het zooveel bloed gekost heeft."
Kolonel Munro had deze regels op doffen toon voorgelezen en legde
het
|