ij uit.
En beiden snelden van de veranda af en posteerden zich in het torentje.
De luipaard, die heen en weer ging, wierp zich op het tweede dak,
na het brugje te zijn overgesprongen.
Op het oogenblik dat de kapitein zou schieten, nam het dier opnieuw
een aanloop, die het op den grond deed neerkomen, richtte zich met
een krachtigen sprong in de hoogte en verdween in de jungle.
"Stop! stop!" riep Banks den machinist haastig toe, die, den stoom
afsluitende, de wielen van den trein door middel van den remtoestel
oogenblikkelijk tot staan bracht.
De kapitein en Fox sprongen op den weg en wierpen zich in het dichte
kreupelhout om den tchita te bereiken.
Eenige minuten luisterden wij niet zonder eenig ongeduld of zich ook
een geweerschot deed hooren, doch te vergeefs en de twee jagers kwamen
met ledige handen terug.
"Verdwenen! gevlogen!" riep kapitein Hod uit, "en zelfs geen spoor
van bloed op den grond!"
"'t Is mijn schuld!" zei ik tot den kapitein, "en 't zou beter geweest
zijn, als gij op dien tchita geschoten hadt, inplaats van het aan
mij over te laten! Gij zoudt hem niet gemist hebben!"
"En gij hebt hem toch geraakt, daar ben ik zeker van," antwoordde Hod,
"maar niet op de goede plaats!"
"Die zal mijn acht en dertigste en uw een en veertigste niet zijn,
kapitein!" zei Fox, tamelijk onthutst.
"Ook goed!" zei Hod, op een toon van gemaakte onverschilligheid,
"een tchita is geen tijger. Als dat het geval niet geweest was, mijn
waarde Maucler, zou ik het niet van me hebben kunnen verkrijgen,
u dat schot af te staan!"
"Aan tafel, mijne vrienden," zei toen kolonel Munro. "Het ontbijt
wacht ons en dat zal u troosten...."
"Des te meer nog," zei Mac Neil, "omdat alles de schuld van Fox is!"
"Mijn schuld?" antwoordde de oppasser, die niets in zijn schik was
over deze onverwachte opmerking.
"Ongetwijfeld, Fox," hernam de sergeant. "De karabijn, die je mijnheer
Maucler hebt overhandigd, was slechts met hagel No. 6 geladen!"
En Mac Neil liet de tweede patroon zien, die hij uit het geweer
gehaald had waarvan ik me bediend had. Zij bevatte werkelijk niets
anders dan patrijzenhagel.
"Fox!" zei kapitein Hod.
"Kapitein?"
"Twee dagen politiekamer!"
"Tot uw orders, kapitein!"
En Fox begaf zich naar zijn kamertje, vast besloten binnen acht en
veertig uren niet meer voor ons te verschijnen. Hij was zeer beschaamd
over zijn vergissing en wilde zijn schande verbergen.
Den volgenden dag, 9 Jun
|