! Dat niemand ontsnappe!" riep hij opnieuw.
Nieuwe losbranding, van zeer nabij gericht op de groep Gounds, die
Nana Sahib en zijn broeder omringde.
Vijf of zes Hindoes vielen. De anderen wierpen zich terug in de bedding
van den Nazzur en verdwenen onder de eerste boomen van het woud.
"Nana Sahib! Nana Sahib!" schreeuwden de Engelschen, de nauwe bergkloof
betredende.
Toen richtte een van hen, doodelijk getroffen, zich op met de hand
naar hen uitgestrekt.
"Dood aan de veroveraars!" schreeuwde hij met een nog vreeselijke
stem en viel toen onbeweeglijk neder.
De officier naderde nu het lijk.
"Is dit werkelijk Nana Sahib?" vroeg hij.
"Hij is het," antwoordden twee soldaten van het detachement, die te
Cawnpore in garnizoen geweest zijnde, den nabob van nabij kenden.
"En de anderen!" riep de officier.
En het geheele detachement ijlde het bosch in ter vervolging der
Gounds.
Nauwlijks was het verdwenen, of een schaduw gleed over de steilte
waarboven de pal zich verhief.
Het was de Dwalende Vlam, in een lang bruin kleed gewikkeld, dat met
een gordel om haar middel bevestigd was.
Den vorigen avond was deze krankzinnige de onbewuste gids geweest
van den Engelschen officier en zijne manschappen. Sedert den vorigen
dag in de vallei teruggekomen, was zij werktuiglijk naar den pal van
Tandit gegaan, waarheen een soort van instinct haar terugvoerde. Doch
dezen keer liet het zonderlinge schepsel, dat men stom waande, aan
hare lippen een naam ontsnappen, slechts een enkelen, dien van den
moordenaar van Cawnpore!
"Nana Sahib! Nana Sahib!" herhaalde zij, alsof het beeld van den
nabob, door eenig onverklaarbaar voorgevoel, in hare herinnering
was opgekomen.
Deze naam deed den officier ontroeren. Hij volgde de schreden der
krankzinnige. Zij scheen hem niet te zien, noch de soldaten die haar
naar den pal volgden. Was het daar dus, dat de nabob, op wiens hoofd
een prijs gesteld was, de wijk genomen had? De officier nam de noodige
maatregelen en liet de bedding van den Nazzur bezetten totdat de dag
aanbrak. Toen nu Nana Sahib en zijne Gounds er zich in hadden begeven,
ontving hij ze met een losbranding, die er verscheidenen neervelde
en onder hen, het hoofd van den opstand der Sipayers.
Dit was de ontmoeting, die de telegraaf denzelfden dag den gouverneur
van het presidentschap van Bombay berichtte. Deze telegram verspreidde
zich over het geheele schiereiland, de dagbladen namen hem onmiddellijk
over en zoo
|