hem dus slechts op te
lichten om tot het inwendige van den val door te dringen.
"Niet het minste geluid!" zei kapitein Hod, die zijn oor tegen de
deur had aangelegd, "geen zuchtje zelfs! De muizenval is ledig!"
"Het doet er niet toe, weest voorzichtig!" antwoordde kolonel Munro.
En hij zette zich op een boomstam, links van de open plek. Ik plaatste
mij naast hem.
"Kom Goumi!" zei kapitein Hod.
Goumi, vlug, hoewel klein van persoon, toch slank, snel in zijn
bewegingen als een aap, lenig als een luipaard, een echte Hindoesche
clown, begreep wat de kapitein wilde. Door al deze hoedanigheden
was hij de aangewezen persoon voor den dienst, welken men van hem
verwachtte. Met een sprong was hij op het dak van den val en in een
oogenblik had hij een der staken bereikt die de bovenste stelling
vormden. Daarna liet hij zich langs de spaak, die tot hefboom diende,
tot den ring van lianen afglijden en door zijn gewicht boog hij haar
tot het boveneinde van den balk, die de opening sloot.
Deze ring werd vervolgens in een keep boven aan den balk geschoven en
nu had men niets anders te doen dan even te wippen, door het andere
uiteinde van de spaak of hefboom naar beneden te drukken.
Maar toen moesten al de vereenigde krachten van onzen kleinen troep
te hulp geroepen worden. Kolonel Munro, Banks, Fox en ik, we begaven
ons dus achter den val om deze beweging voort te brengen.
Goumi was in de stelling gebleven, om den hefboom los te maken,
ingeval hij door eenigen hinderpaal belet werd vrij te werken.
"Mijne vrienden," riep kapitein Hod ons toe, "als het noodig is dat
ik me bij je voeg, kom ik, maar als je 't zonder me kunt doen, blijf
ik liever bij de opening staan. Als er dan althans een tijger uit
tevoorschijn komt, begroet ik hem in het voorbijgaan met een kogel!"
"En telt die dan voor den twee en veertigsten?" vroeg ik den kapitein.
"Waarom niet?" antwoordde Hod. "Als hij onder mijn schot valt, zal
hij altijd in volle vrijheid gevallen zijn!"
"Laten we het vel van den beer niet verkoopen....." hernam de
ingenieur, "voordat hij geschoten is!"
"Vooral als die beer wel eens een tijger kon zijn!....." voegde
kolonel Munro er bij.
"Tegelijk, mijne vrienden," riep Banks, "tegelijk!"
De balk was zwaar en gleed slecht in zijn sponningen. Toch gelukte
het ons hem in beweging te brengen, hij schommelde een oogenblik en
bleef een voet van den grond af hangen.
Kapitein Hod trachtte in half gebogen houding, met a
|