FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187  
>>  
eft," antwoordde kapitein Hod. "Volstrekt niet!" hernam Banks. "Als meester zal hij er dan genot van hebben en er nog beter partij van trekken. Maar, vriend Hod, daar we ons in de streek der Himalaya bevinden, zal ik je in de gelegenheid stellen onder anderen een zonderlinge ontdekking te doen, waarin je voorzeker belang zult stellen." "Wat meen je, Banks?" "De zendeling Huc spreekt in het verhaal zijner reizen van een wonderlijken boom, dien men in Thibet "den boom met de tienduizend spreuken" noemt. Volgens de Hindoesche legende, zou Tong Kabac, de hervormer van den Boeddhistischen godsdienst, een duizend jaren nadat hetzelfde avontuur aan Philemon, Baucis, Daphne, die vreemde plantenwezens in de mythologische flora, overkomen was, in een boom veranderd zijn. Het haar van Tong Kabac zou het gebladerte van dien heiligen boom geworden zijn en op die bladeren verzekert de zendeling met eigen oogen Thibetaansche letters, duidelijk door hunne ribben gevormd, gezien te hebben." "Een boom met bedrukte bladeren!" riep ik uit. "En waarop men spreuken van de reinste zedekunde leest," antwoordde de ingenieur. "Dat is de moeite waard om te onderzoek," zei ik lachende. "Onderzoek het dan, mijne vrienden," antwoordde Banks. "Als er van die boomen in het zuidelijke gedeelte van Thibet bestaan, moeten er ook in de noordelijke streken, aan de zuidelijke helling der Himalaya gevonden worden. Zoek dus, op uw tochten, zoek dien..... hoe zal ik zeggen?.... dien spreukenschrijver...." "Waarachtig niet!" antwoordde kapitein Hod. "'k Ben hier gekomen om te jagen en niet om bergen te beklimmen!" "Wel, vriend Hod!" hernam Banks. "Zoo'n stoutmoedige bergbeklimmer als gij, zal toch hier of daar wel eens een opstijging wagen?" "Nooit," riep de kapitein uit. "En waarom niet?" "'k Heb het beklimmen van bergen opgegeven!" "En sedert wanneer?....." "Sedert den dag toen het mij, na twintigmaal het leven er bij gewaagd te hebben," antwoordde kapitein Hod, "eindelijk mocht gelukken den top van den Vrigel, in het koninkrijk Bouthan te bereiken. Men had me verzekerd, dat de top van dezen berg nooit door den voet van eenig menschelijk wezen was betreden geworden! Mijn eigenliefde kwam er dus bij in het spel! Nu, eindelijk, na duizend gevaren bereik ik den top en wat zie ik? deze woorden in een rots gegrift: "Durand, tandmeester, 14, straat Caumartin te Parijs!" Sedert dien tijd bestijg ik geen bergen meer!" Die goede kap
PREV.   NEXT  
|<   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187  
>>  



Top keywords:
antwoordde
 

kapitein

 

hebben

 

bergen

 

Thibet

 

duizend

 

spreuken

 

beklimmen

 

Sedert

 
eindelijk

zuidelijke

 

geworden

 

bladeren

 

zendeling

 

Himalaya

 

vriend

 

stellen

 
hernam
 
sedert
 
opgegeven

opstijging

 

waarom

 

gewaagd

 

Volstrekt

 

twintigmaal

 

meester

 

wanneer

 

Waarachtig

 
spreukenschrijver
 

zeggen


tochten
 
gekomen
 

bergbeklimmer

 
stoutmoedige
 
gegrift
 
Durand
 

tandmeester

 

woorden

 
gevaren
 
bereik

straat
 

bestijg

 

Caumartin

 
Parijs
 
verzekerd
 

bereiken

 

Vrigel

 

koninkrijk

 

Bouthan

 

betreden