Werkelijk bedekten duizenden bedevaartgangers den steilen oever, de
terrassen, de trappen en kwamen zich in drie- of vierdubbele rijen
in den stroom dompelen. Men meene daarom niet dat dit bad kosteloos
genoten werd. Bewaarders met rooden tulband op het hoofd, de sabel op
zijde, namen de onderste treden der ghats in, vorderden de schatting,
in gezelschap van nijvere brahmanen, die rozenkransen, amuletten of
andere vroomheidsmiddelen verkochten.
Bovendien waren er niet alleen bedevaartgangers, die voor eigen
rekening baadden, maar ook handelaars, die niets anders deden dan het
heilige water in flesschen te putten om het tot in de meest verwijderde
streken van het schiereiland rond te venten. Als bewijs van echtheid
wordt elke flesch met het zegel der brahmanen verzegeld. Men moet
evenwel aannemen, dat op uitgebreide schaal bedrog hiermede gepleegd
wordt, zoo aanzienlijk is de uitvoer van deze wonderdadige vloeistof
geworden.
"Misschien wel," zei Banks, "zou al het water van den Ganges niet
aan de behoeften der geloovigen voldoen!"
Ik vroeg hem toen of die badkuren niet dikwijls ongelukken
veroorzaakten, die men volstrekt niet trachtte te voorkomen. Er waren
toch geen zwemmeesters tegenwoordig om over de onvoorzichtigen te
waken, die zich in den snellen stroom der rivier waagden.
"Ongelukken komen dan ook veel voor," antwoordde mij Banks, "maar al
is het lichaam van den vrome verloren gegaan, zijn ziel is gered. Ook
ziet men zoo nauw niet."
"En de krokodillen?" liet ik er op volgen.
"De krokodillen," antwoordde mij Banks, "houden zich gewoonlijk
op een afstand. Al dat geraas verschrikt ze. Deze monsters zijn
niet het meest te vreezen, maar meer de boosdoeners, die duiken,
onder het water voortsluipen, de vrouwen en kinderen beetpakken,
ze medenemen en ze van hunne kostbaarheden berooven. Men vertelt
zelfs van een dezer schurken, die door middel van een kunstkop lang
de rol van een valschen krokodil speelde en een aardig fortuintje met
dit winstgevend en tegelijk gevaarlijk bedrijf gewonnen heeft, want
werkelijk is deze gauwdief op zekeren dag door een echten krokodil
verslonden geworden en men heeft niets meer van hem gevonden dan zijn
lederen kop, die aan de oppervlakte der rivier dreef."
Dan zijn er eindelijk ook nog van die dolle dweepers, die uit
eigen beweging den dood in de golven van den Ganges komen zoeken
en dit zelfs met een berekende, verfijnde barbaarschheid doen. Zij
binden zich om het lichaam
|