verre verschiet verloren. De bodem was verdeeld in vier hoeken als de
zoutmoeren of de oesterparken eener kuststreek. Doch de groene kleur
had de overhand en de oogst beloofde rijk te zijn op dien vochtigen,
warmen bodem, die van een verbazende vruchtbaarheid getuigde.
Den volgenden avond hield het gevaarte met de grootste nauwkeurigheid,
op het vooraf bepaalde uur voor de poorten van Burdwan op.
Uit een administratief oogpunt is deze stad de hoofdplaats van
een Engelsch distrikt, maar het distrikt is het eigendom van een
maharajah, die niet minder dan tien millioen aan belasting aan de
regeering betaalt. De stad bestaat grootendeels uit lage huizen,
van elkander afgescheiden door fraaie lanen van boomen, kokosboomen
en pinangpalmen. Deze lanen waren breed genoeg om door onzen trein
bereden te kunnen worden. We sloegen dus op een bekoorlijke plek,
waar het schaduwrijk en frisch was, ons kamp op. Dien avond telde de
hoofdstad van den maharajah een kleine wijk te meer, ons draagbaar
gehucht namelijk, ons dorp van twee huizen en we zouden het niet
geruild hebben tegen het geheele kwartier waar het prachtige paleis
van Engelsch-Indische bouwkunst van Burdwan's souverein zich verheft.
Men kan zich voorstellen, dat onze olifant daar de gewone uitwerking
had, namelijk die van een soort van bewondering met schrik gemengd;
van alle kanten kwamen de goede Bengaalsche burgers aangeloopen,
blootshoofds, de haren geknipt a la Titus en niets anders voor kleeding
dan, de mannen een schortje om de lendenen, de vrouwen een wit hemd,
waarin zij van het hoofd tot de voeten gehuld waren.
"'k Heb slechts eene vrees!" zei kapitein Hod, "dat de maharajah onzen
IJzeren Reus zal willen koopen en er ons zulk een buitensporigen
prijs voor biedt, dat we wel verplicht zijn hem aan zijn Hoogheid
te verkoopen!"
"Nooit!" riep Banks uit. "'k Zal hem een anderen olifant maken, als
hij wil, en dan zoo enorm, dat hij zijn heele hoofdstad van 't eene
einde van zijn land naar 't andere zal kunnen medenemen! Maar den onzen
verkoopen we niet, al biedt hij er nog zooveel voor, niet waar, Munro?"
"Al wil hij er nog zooveel voor geven!" antwoordde de kolonel op den
toon van iemand, dien het aanbod van een millioen niet zou kunnen
overhalen.
Gelukkig evenwel behoefde er over den aankoop van onzen kolos niet
beraadslaagd te worden. De maharajah was niet te Burdwan. Het eenige
bezoek, dat we ontvingen was dat van zijn "kamdar," een soort van
geheim-
|