ch met geweld meester van den Mandapore-pas van de keten der
Vindhyas, stak de Betwa over, verscheen voor Jansi, verdedigd door
elf duizend opstandelingen, onder bevel der woeste Rani, sloot de
stad den 22n Maart onder een verzengende hitte in, detacheerde twee
duizend man van zijn leger om twintig duizend man van het contingent
van Gwalior af te snijden, aangevoerd door den befaamden Tantia-Topi,
wierp dit oproerige opperhoofd overhoop, bestormde de stad den 2n
April, overweldigde den muur, nam de citadel, waaruit het de Rani
gelukte te ontsnappen, hernam de operaties tegen het fort Calpi,
waar de Rani en Tantia-Topi besloten hadden te sterven, bemachtigde
het den 22n Mei, na een heldhaftige bestorming, zette den veldtocht
voort met de vervolging van de Rani en haren metgezel, die zich
in Gwalior geworpen hadden, vereenigde er den 16n Juni zijne beide
brigades, versterkt door een macht onder den brigade-generaal Napier,
verpletterde de opstandelingen te Morar, veroverde de plaats den 18n
en kwam na een zegevierenden veldtocht te Bombay terug.
Het was in een voorposten-gevecht, voor Gwalior, dat de Rani
sneuvelde. Deze geduchte koningin, met hart en ziel gehecht aan den
nabob, wiens getrouwe gezellin zij gedurende den opstand geweest
was, werd gedood door de eigen hand van sir Edward Munro. Nana Sahib
over het lijk van lady Munro te Cawnpore, de kolonel over het lijk
van de Rani te Gwalior, waren twee mannen die den opstand en zijne
onderdrukking vertegenwoordigden, wier bittere haat jegens elkander
vreeselijke gevolgen zoude hebben, indien zij elkander ooit van
aangezicht tot aangezicht weder mochten ontmoeten!
Op dit oogenblik kon men den opstand als bedwongen beschouwen,
uitgenomen misschien in eenige gedeelten van het koninkrijk
Oude. Campbell opent dus den 2n November een nieuwen veldtocht,
maakt zich van de laatste stellingen der opstandelingen meester en
verplicht eenige voorname opperhoofden zich te onderwerpen. Evenwel is
er een van hen, Beni Madho, die nog altijd niet gevat is. Men verneemt
in December, dat hij in een aangrenzend distrikt van Nepaul de wijk
genomen heeft. Men verzekert dat Nana Sahib, Balao Rao, zijn broeder,
en de Begoem van Oude met hem zijn. Later, gedurende de laatste dagen
van het jaar, loopt er een gerucht, dat zij een schuilplaats gezocht
hebben aan de grens der koninkrijken Nepaul en Oude. Campbell zit hen
dicht op de hielen, maar zij gaan over de grens. Het was eerst in de
eerste
|