dagen van Februari 1859, dat een Engelsche brigade, waarvan
een der regimenten onder bevel stond van den kolonel Munro, hen tot
in Nepaul kon vervolgen. Beni Madho wordt gedood, de Begoem van Oude
en haar zoon worden gevangen genomen en verkrijgen vergunning in de
hoofdstad van Nepaul te wonen. Wat Nana Sahib en Balao Rao betreft,
geruimen tijd meende men dat zij dood waren en toch was dit niet
het geval.
Hoe het zij, de geduchte opstand was gefnuikt. Tantia-Topi,
overgeleverd door zijn luitenant Man-Singh en ter dood veroordeeld,
stond den 15n April te Sipri te recht. Deze oproerling, "deze inderdaad
merkwaardige figuur uit het groote treurspel van den Indischen
opstand," zegt de Valbezen, "en die bewijzen gaf van een staatkundig
genie vol berekening en overleg," stierf moedig op het schavot.
Toch moest het einde van dezen opstand der Sipayers, die den Engelschen
misschien Indie zou gekost hebben, indien hij zich over het geheele
schiereiland had uitgestrekt, en vooral indien de beweging nationaal
geweest was, den val van de achtbare Indische Compagnie na zich
sleepen.
Inderdaad werd met het einde van het jaar 1857 het Hof der Direkteurs
door lord Palmerston met ondergang bedreigd.
Den 1n November 1858, verkondigde een proclamatie, in twintig talen
uitgevaardigd, dat Haar Majesteit Victoria Beatrix, koningin van
Engeland, den schepter van Indie in handen nam, waarvan zij eenige
jaren later tot keizerin zou gekroond worden.
Dit was het werk van lord Stanley. De titel van gouverneur,
vervangen door dien van onderkoning, een secretaris van Staat en
vijftien leden, de centrale regeering uitmakende, de leden van den
raad van Indie buiten den Indischen dienst benoemd, de gouverneurs
der presidentschappen van Madras en Bombay, door de koningin gekozen,
de leden van den Indischen dienst en de hoofdkommandanten gekozen door
den secretaris van Staat, zoodanig waren de voornaamste beschikkingen
van het nieuwe gouvernement.
Wat de militaire macht betreft, het koninklijk leger telt tegenwoordig
zeventien duizend man meer dan voor den opstand der Sipayers,
namelijk twee en vijftig regimenten infanterie, negen regimenten
fuziliers en een aanzienlijke artillerie, met vijf honderd man per
kavallerie-regiment en zeven honderd man per infanterie-regiment.
Het inlandsche leger bestaat uit honderd zeven en dertig regimenten
infanterie en veertig regimenten kavalerie; maar de artillerie is
Europeesch, bijna zonder uitzonderi
|