ouw aan het zout."
Bij den aanvang van den opstand, bevond lord Canning zich aan het hoofd
van het bestuur in hoedanigheid van gouverneur-generaal. Misschien
had die staatsman zich verkeerde voorstellingen gevormd aangaande de
strekking der beweging. Reeds sedert eenige jaren was de ster van
het Vereenigde Koninkrijk zichtbaar verbleekt aan den Hindoeschen
hemel. In 1842 had de terugtocht van Kaboel het prestige der
Europeesche veroveraars doen afnemen. De houding van het Engelsche
leger gedurende den Krimoorlog was in sommige opzichten beneden de
militaire faam gebleven. Ook was er een oogenblik dat de Sipayers,
die zeer op de hoogte waren van hetgeen er voorviel op de oevers
van de Zwarte zee, dachten dat een opstand der inlandsche troepen
misschien zou gelukken. Er was trouwens slechts een vonk noodig om
de behoorlijk voorbereide gemoederen, die de barden, de Brahmanen,
de "moulvis" door hunne redevoeringen en gezangen aanvuurden, in
lichtelaaie vlam te brengen.
Deze gelegenheid bood zich aan in het jaar 1857, toen, tengevolge
van buitenlandsche aangelegenheden, het contingent van het koninklijk
leger noodzakelijk had moeten verminderd worden.
In het begin van dit jaar had Nana Sahib, anders genoemd de nabob
Dandou-Pant, die bij Cawnpore zijn verblijf hield, zich naar Delhi
en daarna naar Lucknow begeven, met het doel ongetwijfeld de sedert
lang voorbereide omwenteling te bevorderen.
En werkelijk barstte korten tijd na het vertrek van den Nana de
oproerige beweging los.
Het Engelsche gouvernement had voor korten tijd in het inlandsche leger
de Enfield-karabijn ingevoerd, die het gebruik noodzakelijk maakt van
met vet bestreken patronen. Zekeren dag verspreidde zich het gerucht,
dat dit vet of rundervet of varkensvet was, al naardat de patronen
bestemd waren voor de Hindoesche of Mohamedaansche soldaten van het
inlandsche leger.
In een land nu waar zelfs het volk weigert zeep te gebruiken, omdat
zij kan vervaardigd zijn van het vet van een heilig of onrein dier,
moest het gebruik van patronen met deze stof besmeerd,--patronen die
met de tanden moeten afgebeten worden en met de lippen in aanraking
komen,--de algemeene ontevredenheid opwekken. Het gouvernement gaf
gedeeltelijk toe aan de bezwaren, die hiertegen gemaakt werden, maar
het mocht de behandeling der karabijn al wijzigen, verzekeren dat
het vet in quaestie niet diende tot de vervaardiging der patronen,
toch bevredigde en overtuigde het niemand in
|