en de tien kanonnen vuur, het plein met vormlooze
overblijfselen bedekkende, te midden van een ondraaglijke lucht van
verbrand vleesch.
Deze slachtoffers stierven, volgens de Valbezen, bijna allen met
de heldhaftige onverschilligheid, die de Indianen met den dood voor
oogen, zoo goed weten te bewaren. "Mijnheer de kapitein," sprak tot
een der officieren, die de terechtstelling kommandeerden, een schoone
Sipayer van twintig jaar, in een bevallige houding tegen het moordtuig
aangeleund, "mijnheer de kapitein, 't is niet noodig me vast te binden,
'k ben niet van plan te vluchten."
Dit was de eerste van een talrijke reeks van vreeselijke
terechtstellingen.
Ziehier overigens de dagorder, die op dienzelfden datum te Lahore de
brigade-generaal Chamberlain, na de terechtstelling van twee Sipayers
van het 55e regiment, ter kennisse bracht van de inlandsche troepen.
"Gij hebt twee uwer kameraden levend voor den mond der kanonnen zien
vastbinden en in stukken schieten; deze kastijding zal het lot zijn
van alle verraders. Uw geweten zal u zeggen welke straffen zij in de
andere wereld zullen ondergaan. De twee soldaten zijn door het kanon
en niet aan de galg ter dood gebracht, omdat ik hun de bezoedeling
van de aanraking des beuls heb willen besparen en daardoor heb willen
bewijzen dat het gouvernement, in deze dagen van spanning, niets wil
doen om hen in hun godsdienst of kaste te krenken."
Den 30n Juli vielen twaalfhonderd zeven en dertig gevangenen
achtereenvolgens voor het peleton, dat met de terechtstelling belast
was en vijfhonderd anderen ontsnapten slechts aan de uitvoering van
het doodvonnis om van honger en gebrek aan lucht te sterven in de
gevangenis waar men hen had opgesloten.
Den 28n Augustus werden van de achthonderd zeventig Sipayers, die
Lahore ontvluchtten, zeshonderd negen en vijftig meedoogenloos door
de soldaten van het koninklijk leger vermoord.
Den 23n September, na de inneming van Delhi, gaven zich drie prinsen
van de familie des konings, de vermoedelijke erfprins en zijne twee
neven, onvoorwaardelijk aan generaal Hodson over, die hen medevoerde
met een geleide van slechts vijf man te midden van een dreigenden
hoop van vijfduizend Hindoes,--een tegen duizend. En evenwel liet
Hodson halfweg de kar met de gevangenen stilhouden, klom bij hen,
beval hun zich de borst te ontblooten en doodde hen alle drie met
revolverschoten. "Deze bloedige terechtstelling, door de hand van een
Engelsch officier,"
|