schatte men in het begin van het jaar 1859 op meer
dan honderd twintig duizend het aantal officieren en inlandsche
soldaten die omkwamen, en op meer dan twee honderd duizend dat
der burgerlijke inboorlingen, die met hun leven hunne dikwijls
twijfelachtige deelneming aan dezen opstand boetten. Verschrikkelijke
weerwraak, waartegen Gladstone, misschien niet zonder reden in het
Engelsche parlement, met kracht opkwam.
Het was voor het verhaal dat volgt, van belang van weerszijden de
balans van dit doodregister vast te stellen. Dit moest, om den lezer
te doen begrijpen, welk een onvoldane haat, zoowel in het hart der
naar wraak dorstende overwonnelingen, als in dat der overwinnaars,
die tien jaar later rouwden over de slachtoffers van Cawnpore en
Lucknow, moest zijn overgebleven.
Wat de zuiver militaire feiten van den geheelen veldtocht tegen de
oproerlingen betreft, zij bestaan uit de volgende expedities, die
hier kortelijk vermeld zullen worden.
Het is vooreerst de eerste veldtocht van Pendjab, die aan sir John
Laurence het leven kostte.
Daarna volgt het beleg van Delhi, de hoofdstad van den opstand,
versterkt door duizenden vluchtelingen en gedurende welk Mohammed
Schah Bahadour tot keizer van Hindostan werd uitgeroepen. "Maak het
uit met Delhi!" had de gouverneur-generaal in een laatste depeche aan
den opperbevelhebber verordend en het beleg, in den nacht van 13 Juni
begonnen, eindigde den 19n September, na het leven gekost te hebben
aan de generaals sir Harry Barnard en John Nicholson.
Ter zelfder tijd, nadat Nana Sahib zich tot Peischwah had laten
benoemen en in het versterkte kasteel Bilhour had laten kronen,
marcheerde generaal Havelock naar Cawnpore. Hij kwam er den 17n Juli
binnen, maar te laat om den laatsten moord te beletten en zich van
den Nana meester te maken, die met vijf duizend man en veertig stukken
geschut kon ontvluchten.
Daarna ondernam Havelock een eersten veldtocht in het koninkrijk Oude,
en trok den 28n den Ganges over met slechts zeventien honderd man en
tien kanonnen, zich naar Lucknow richtende.
Nu verschenen sir Colin Campbell en de generaal-majoor sir James
Outram op het tooneel. Het beleg van Lucknow zou zeven en tachtig
dagen duren en het leven kosten aan sir Henri Lawrence en generaal
Havelock. Vervolgens maakte Colin Campbell de toebereidselen voor
een tweeden veldtocht, na gedwongen te zijn zich op Cawnpore terug
te trekken, waarvan hij zich eindelijk meester maakte.
Ge
|