het leger der Sipayers.
Den 24n Februari, te Berampore, weigert het 34e regiment de
patronen. In het midden van Maart wordt een adjudant vermoord en zal
weldra het afgedankte regiment, na de straf der moordenaars, in de
naburige provincies nog vruchtbaarder zaden van muiterij verspreiden.
Den 10n Mei komen te Mirat, iets ten noorden van Delhi, het 3e, 11e
en 20e regiment in opstand, dooden hunne kolonels en verscheidene
officieren van den grooten staf, geven de stad aan plundering over
en trekken naar Delhi terug. Daar voegt de rajah, een afstammeling
van Timour, zich bij hen. Het arsenaal valt in hunne handen, en de
officieren van het 54e regiment worden omgebracht.
Den 11n Mei, te Delhi, worden majoor Fraser en zijne officieren
meedoogenloos vermoord door de opstandelingen van Mirat tot in
het paleis van den Europeeschen kommandant en den 16n Mei vallen
negen-en-veertig gevangenen, mannen, vrouwen en kinderen onder de
bijl der moordenaars.
Den 20n Mei doodt het 26e regiment, bij Lahore gekantonneerd, den
havenkommandant en den Europeeschen sergeant-majoor.
De eerste stoot was nu eenmaal tot die afschuwelijke slachterijen
gegeven.
Den 28n Mei, te Nourabad, nieuwe slachtoffers onder de
Engelsch-Indische officieren.
Den 30n Mei, in de kantonnementen van Lucknow, moord van den
brigadier-kommandant, van zijn adjudant en van verscheidene andere
officieren.
Den 31n Mei, te Barreilli in Rohilkhande, moord van eenige officieren,
die overvallen werden en zich zelfs niet kunnen verdedigen.
Op denzelfden datum, te Schajahanpore, moord van den ontvanger en van
een zeker aantal officieren door de Sipayers van het 38e regiment,
en den volgenden dag, aan de andere zijde van Barwar, dood van de
officieren, vrouwen en kinderen, die op weg waren gegaan om het
station van Sivapore, op een mijl van Anrungabad te bereiken.
In de eerste dagen van Juni, te Bhopal, moord van een gedeelte van de
Europeesche bevolking en te Jansi, op aanstoken van de vreeselijke,
afgezette Rani, een bloedbad, met verfijnde wreedheid aangericht,
onder de op het fort gevluchte vrouwen en kinderen.
Den 6n Juni, vallen te Allahabad acht jonge vaandrigs onder het lood
der Sipayers.
Den 14n Juni, te Gwalior, muiterij van twee inlandsche regimenten en
moord der officieren.
Den 27n Juni, te Cawnpore, eerste hecatombe van slachtoffers van
iederen leeftijd en sekse, doodgeschoten of verdronken,--voorspel van
het afschuwelijk treurspel, dat
|